Rabbijn: Hoop op voortbestaan rituele slacht
AMERSFOORT – Opperrabbijn B. Jacobs zegt „goede aanwijzingen” te hebben dat het wetsvoorstel van Kamerlid Thieme (Partij voor de Dieren) om het onverdoofd ritueel slachten in Nederland te verbieden dinsdag sneuvelt in de Eerste Kamer.
Hoop is het woord dat Jacobs in het gesprek maandagmorgen voortdurend laat vallen. „Hoop heb ik altijd. Het Joodse volk bestaat uit hoop en verwachting. Dat heeft de geschiedenis laten zien. Op papier zou het Joodse volk al niet meer hebben bestaan.”
Het gebed is voor opperrabbijn Jacobs een belangrijk wapen. „Uiteindelijk komt alles van boven, van de Eeuwige. Ik bid en hoop dat Hij de besluitvorming in de goede richting zal sturen. Tegelijk met het gebed moeten we niet met de armen over elkaar blijven zitten. Ik heb gesproken met voor- en tegenstanders van de rituele slacht en ik heb geprobeerd anderen te overtuigen van mijn inzichten. Iedere neutrale toeschouwer kan zien dat de Joodse rituele slacht absoluut diervriendelijk is. Uit alle gesprekken die ik heb gehad, put ik hoop.”
Contacten met bijvoorbeeld PvdA-Kamerfractieleden hebben Jacobs gesterkt in de opvatting dat een verbod op de rituele slacht nog geen gelopen race is. „Hoewel ik er niet 100 procent zeker van ben, heb ik goede aanwijzingen dat Thiemes voorstel het niet haalt.”
Mocht het verbod op rituele slacht onverhoopt toch doorgaan, dan zal het volgens rabbijn Jacobs „heftige emotionele reacties” oproepen binnen de Joodse gemeenschap. „Ik wil met klem zeggen dat een verbod niet bestempeld kan worden als antisemitisme. Die argumentatie is te goedkoop. Ik kan me echter wel voorstellen dat sommige Joodse mensen een verbod als antisemitisme zullen ervaren. We worden in de hoek gedrukt en bedreigd in ons Joods-zijn.”
Een deel van de jongere generatie Joden begint zich volgens de opperrabbijn intussen af te vragen of ze nog wel in Nederland willen blijven. „Ik ken jonge betrokken gezinnen die een emigratie overwegen als een verbod op de rituele slacht doorgaat.”