Bedrijven moeten volgens Kroes open zijn over de middelen die ze verkopen in bepaalde landen. Als technologie door een repressief bewind wordt gebruikt om het leven van onschuldige burgers in gevaar te brengen of hun vrijheid te beknotten, dan „moeten we dat weten”, aldus Kroes. In dat geval kan de Europese Unie een land sancties opleggen, zoals is gebeurd in Syrië.

Voor Kroes is het echter ook een morele kwestie. Volgens de Eurocommissaris is het de hoogste tijd voor de industrie om een standpunt in te nemen en te besluiten wat te doen. Ook voor de reputatie van een bedrijf kan het slecht zijn om bekend te staan als een onderneming die spullen verkoopt aan „despoten” die daarmee burgers kunnen onderdrukken, aldus Kroes. De industrie moet volgens haar op dit punt zelf in actie komen.

De Arabische Lente heeft iedereen wakker geschud, stelt Kroes. Overal strijden mensen voor democratie, waarbij nieuwe communicatiemiddelen als mobiele telefoons en sociale netwerken en media op internet een zeer belangrijke rol spelen. Deze mensen, die soms met gevaar voor eigen leven vechten voor de basisrechten, verdienen steun, aldus Kroes.

Internet en ICT kunnen de activisten helpen om te communiceren, zich te organiseren en hun stem te laten horen. Maar heerszuchtige regeringen kunnen die technologie ook gebruiken om strijders voor mensenrechten in de gaten te houden, te bespioneren en te onderdrukken. Kroes wil dat de Europese Unie gemakkelijke middelen ontwikkelt en verspreidt die een hulp kunnen zijn voor mensen die in niet-democratische landen wonen. Ook moeten activisten voorlichting krijgen over de risico’s en mogelijkheden van ICT, aldus Kroes.