De VN schatten dat sinds de betogingen tegen het regime in Damascus in maart begonnen, meer dan 4000 mensen bij het neerslaan van de protesten zijn gedood. De meeste slachtoffers zijn aanhangers van het regime, zei Assad. Zo zouden onder de doden 1100 agenten en militairen zijn. Hij legt de schuld van het geweld bij criminelen, religieuze extremisten en terroristen die al-Qaeda steunen.

Assad erkende opnieuw dat functionarissen fouten hebben gemaakt, maar die zouden voor hun daden zijn gestraft. Het waren volgens hem acties van individuele personen. „Er is geen bevel gegeven om te doden of om harteloos te zijn”, aldus de president. „Ik deed mijn best om de mensen te beschermen, dus ik kan me niet schuldig voelen.”

Volgens de Syrische oppositie zijn door nieuw geweld woensdag opnieuw zeker 15 doden gevallen. Zeker 11 daarvan vielen in de provincie Homs, een van de bolwerken van het verzet tegen het Assadbewind.