Holocaust grotendeels buiten de gaskamer
DEN HAAG – Zes miljoen Joden kwamen om in de gaskamers. Toch? „Minder dan de helft van dat aantal! Maar dat weten veel mensen niet.”
Een jaar lang is Nederland –in de persoon van ambassadeur K. de Beer– voorzitter van taskforce ITF, een internationale organisatie die de herinnering aan, het onderwijs over en het onderzoek naar de Holocaust wil bevorderen. Agendapunt tijdens de conferentie die maandag in Den Haag begon: ”killing sites” onder de aandacht brengen – de plaatsen waar meer dan de helft van die 6 miljoen Joodse slachtoffers om het leven werd gebracht.
„In West-Europa werden de Joden naar vernietigingskampen afgevoerd; in Oost-Europa nam men die moeite niet eens”, zegt De Beer. Bij de Oekraïense hoofdstad Kiev werden op één dag 35.000 Joden afgemaakt. En zo zijn er tal van ”killing sites” waar Duitsers, collaborateurs of ‘gewoon’ de plaatselijke bevolking de Joden vermoordden. Einsatzgruppen trokken achter het oprukkende Duitse leger aan om onschuldige burgers een gruwelijke dood te laten sterven, louter vanwege hun afkomst.
En dat moet de wereld niet vergeten, vonden Israël, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Zweden toen ze de ITF twaalf jaar geleden oprichtten. Het aantal deelnemende landen groeide tot 28, en tijdens de conferentie deze week komen Ierland, Servië en Slovenië daar nog bij.
Daarmee heeft een groot deel van Europa zich aangesloten, naast Israël, de VS, Canada en Argentinië. Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland nog niet, „terwijl juist daar zo veel slachtoffers zijn gevallen. We zijn daar flink aan het lobbyen. Laat ik het zo zeggen: er is een begin van belangstelling voor deelname aan het ITF-werk.”
Eerst viermaal, nu tweemaal per jaar belegt de ITF een internationale conferentie waarop geïnventariseerd wordt hoe het gesteld is met de kennis van de Holocaust, de plaats die hij heeft in het onderwijs, de wetenschappelijke onderzoeken die worden gedaan.
„Eigenlijk weten we niet goed wat we weten”, verzucht De Beer. „We onderzoeken dat kennispeil, en hoe het zich heeft ontwikkeld. In Nederland wordt sinds 1945 over de Jodenvervolging verteld, al kwam het na 1960 pas goed op gang. In Midden- en Oost-Europa werd de kennis tot 1990 sterk gekleurd door de communistische ideologie. Binnen de ITF wordt veel kennis uitgewisseld, ook met landen die een achterstand hebben.
Kennis ontwikkelt zich ook. Kort na de oorlog leek het alsof half Nederland in het verzet had gezeten. Dat bleek later genuanceerder te liggen, en dat plaatst ook de hulp aan Joden in een ander licht.
We bezinnen ons ook op de dilemma’s: kon de Holocaust alleen toen gebeuren of kan zoiets ook nu? Vaak wordt gedacht dat alleen beestmensen zich aan gruweldaden te buiten zijn gegaan. Maar nee, er waren veel fatsoenlijke mensen die in korte tijd tot het begaan van beestachtige daden in staat bleken.”
Bril
Met actuele politieke discussies, zoals polarisatie rond islamitische minderheden, houdt de ITF zich niet bezig. „We zijn er ook niet om landen de les te lezen. We sluiten aan bij het mensenrechtenbeleid dat alle deelnemende regeringen hebben onderschreven. Natuurlijk kijkt elk land wel door zijn eigen bril naar de Holocaust. Frankrijk zit met schaamte over het Vichyregime, dat met de Duitsers samenwerkte. De Balkan kampt met herinneringen aan de recente oorlog. En in het algemeen is er meer aandacht voor de plaats van minderheden gekomen.”
Opschudding ontstaat er als de Holocaust glashard wordt ontkend. „We zijn er alert op, maar we zien het niet toenemen”, zegt de ITF-voorzitter. „We dagen landen uit om ertegen op te treden.
Een van onze werkgroepen speurt naar antisemitisme op internet. Een andere richt zich op het ontsluiten van archieven. In sommige landen zijn defensiearchieven niet toegankelijk. Volgende maand ga ik naar het Vaticaan om daar over toegang tot het archief te praten. In Oost-Europa zijn veel archiefstukken naar Rusland overgebracht en nog altijd niet in te zien.”
Al dat onderzoek moet de bewustwording bevorderen. „We willen jongeren laten weten wat er is gebeurd, zodat ze verbanden leggen: als ze nu beelden van het proces rond schending van de mensenrechten in Cambodja zien, zouden ze zich de overeenkomsten met andere genocides moeten realiseren.”