„We hoeven ons niet zo schuldig te voelen over de kruistochten”
Decennialang beschouwde christelijk Europa de kruistochten als een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Moorden in naam van de Bijbel, heette het. Prof. Hans Jansen is een andere mening toegedaan. „We hoeven ons helemaal niet zo schuldig te voelen.”
Tussen 1095 en 1291 trokken honderdduizenden Europese christenen naar het Heilige Land. Enerzijds om als pelgrim Bijbelse plaatsen te bezoeken. Maar ook om Jeruzalem van de islamitische overheersing te bevrijden en orde op zaken in de stad te stellen. In totaal hadden er negen kruistochten, met wisselende samenstelling, in die periode plaats.
Wie de moderne literatuur over de kruistochten erop naslaat, krijgt doorgaans een beeld van wrede moordpartijen door een stelletje avonturiers en ridders die zich in eigen land verveelden. Op politiek niveau waren deze expedities een vroeg voorbeeld van de Europese expansiedrang die na de tiende eeuw op gang kwam, nadat de invallen door de Vikingen waren gestopt.
Door alle lezingen over de historie van de kruistochten loopt als een rode draad een collectief schaamtegevoel. Hoe konden juist christenen, die worden opgevoed met het credo je vijanden lief te hebben, zich tot dergelijke gruwelijkheden verlagen?
Onzin, meent prof. Hans Jansen (1942). In zijn jongste boek ”Op, op, ten strijde, Jeruzalem bevrijden” doet hij een poging de beeldvorming rond de kruistochten grondig te nuanceren. Op een polemische manier, doorspekt met een forse dosis van het hem kenmerkende cynisme, rekent de arabist af met de in zijn ogen „gangbare politiek correcte visie op de kruisvaarders.”
De stelling dat de kruistochten alleen maar veroveringsoorlogen waren, is veel te kort door de bocht, meent Jansen. „Op kruistocht gaan, Jeruzalem bevrijden en het Heilig Graf bezoeken, om daardoor vergeving van zonden te verkrijgen, was godsdienstig gedrag. Dat telt zwaar. Alleen: religieus gedrag is voor echt moderne mensen een geheel onbegrijpelijk verschijnsel. En als ze het wel begrijpen, accepteren ze het bijna per definitie niet.”
Toch werd er ook wel degelijk tot de verovering van Jeruzalem opgeroepen. Het ging niet alleen om pelgrimage.
„Christenen was hun recht op bedevaart ontnomen. Er werden pelgrims geëxecuteerd. Het gewelddadige gedrag van de Arabische krijgsheren die in Palestina de dienst uitmaakten, schreeuwde gewoon om Europese aandacht.”
Wat moeten we dan met de verhalen over wreedheden die de kruisvaarders onderweg begingen?
„Er zijn zonder twijfel erge dingen gebeurd. Ook christelijke mensen zijn slecht. Maar er zat geen duivelse kwaadaardigheid achter. Die mate van geweld was in die tijd heel normaal. De islamitische wereld wil ons doen geloven dat er enorme misdaden tegen de mensheid zijn gepleegd. Dat is onzin. Laten we niet vergeten dat de Arabieren er volstrekt aan gewend waren om hun geloof gewapenderhand te verspreiden. De Koran en de sharia schrijven voor om tegen de ongelovigen te strijden – en dat is ook volop gebeurd.
Er worden enorme klaagliederen aangeheven over de verovering van Constantinopel door de kruisvaarders. Die stad is maar liefst 58 keer veroverd. Maar over al die andere oorlogen hoor je niemand. Alleen van de inval van de christelijke legers wordt schande gesproken.”
Hebben we ons dus altijd ten onrechte voor de kruistochten geschaamd?
„Ja, Europa had zich al die tijd niet zo schuldig hoeven te voelen. De zelfhaat die we decennialang over dit onderwerp hebben gekoesterd is absoluut niet gerechtvaardigd. De kruisvaarders waren bereid geweld te gebruiken om de rechten die zij meenden te hebben, af te dwingen – ook als dat tot een oorlog tegen moslims of de islam zou leiden. Naar moderne politiek correcte normen is dat agressief en onverantwoordelijk. In het strijdgesprek tussen moslims en Europa is de stand nu een-nul, want het christendom is fout en de wereld van de islam is nu eenmaal goed.”
Hebben we ons die schaamte alleen maar laten aanpraten?
„Ja, met name door de islam en de linkse kerk. Wat dat betreft zijn de kruistochten voor moslims een ideaal thema voor een prettig gesprek met degenen die door de theologie van de islam als hun minderen worden beschouwd. In dat gesprek kunnen ze het Westen met behulp van verhalen over de kruistochten laten zien hoe slecht, zondig en boertig de kruisvaarders wel niet zijn geweest.
Zij vergeten echter één ding: toen de kruistochten begonnen, was de jihad al 500 jaar bezig. De kruistochten waren alleen tegen Jeruzalem gericht en stopten na twee eeuwen. De jihad is wereldwijd en gaat nog steeds door. Toch zijn er westerse historici die ons anno 2011 willen doen geloven dat de jihad een reactie op de kruistochten was. Dat is hetzelfde als beweren dat de aanslagen van 11 september 2001 een reactie waren op de Amerikaanse inval in Irak van maart 2003.”
U gaat in uw boek zelfs zo ver te stellen dat de strijd van de kruisvaarders van weleer historisch gezien het begin was van de hedendaagse wereldomvattende ‘oorlog’ tegen militante jihadisten.
„Ach, het boek is nu eenmaal wat polemisch geschreven. De confrontatie tussen de islam en het christendom is al zo oud als de islam zelf. In die confrontatie heeft het christendom zich om uiteenlopende redenen meestal nogal mak opgesteld. Het enige theater waarin de christenen de moslims en de islam op grote schaal serieus en heftig, bij tijd en wijle zelfs succesvol, tegenspel hebben geboden, zijn de kruistochten.”
Critici zullen bij dit boek misschien weer denken: Daar heb je Hans Jansen weer met zijn kruistocht tegen de islam.
„Het verhaal over de kruistochten is een belangrijk verhaal en moest in Nederland nodig worden herverteld. Het was een pan-Europese activiteit die overal haar sporen heeft nagelaten. Te lang hebben we ons onterecht schuldig gevoeld.
Los daarvan ben ik niet bezig aan een hetze tegen de islam. Ik probeer alleen adequaat te rapporteren. Dat kan niemand me toch kwalijk nemen?
Als ik meld dat de Koran voorschrijft dat afvalligen moeten worden gedood, verkondig ik slechts feiten. Het wordt anders als ik zeg dat ik dat een schoftenstreek vind. Maar dat hoort u mij niet zeggen.”
”Op, op, ten strijde, Jeruzalem bevrijden”, Hans Jansen; uitg. Van Praag, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 490240 8 6; 320 blz.; € 17,50.
Aangepraat schuldgevoel
Prof. Benno Zuiddam, buitengewoon hoogleraar Nieuwe Testament, Grieks en kerkgeschiedenis en expert op het gebied van kruistochten aan de North-West University in Potchefstroom, Zuid-Afrika, reageert op de belangrijkste conclusies uit het boek van prof. Hans Jansen over de kruistochten.
We hebben ons veel te lang voor de kruistochten geschaamd.
„Dat klopt. Hoewel zonde deel is van de meeste oorlogen, zijn wij zelf nooit op kruistocht geweest. Bovendien was het aanvankelijke hoofddoel van de kruistochten legitiem. Een groot deel van een voormalig christelijk rijk was onder de voet gelopen door moslims. Het was moslimagressie en de terreur tegen christelijke pelgrims die de aanleiding vormde. Als je niets doet om je mensen te beschermen, dan moet je je schamen.”
Een gevoel dat ons door de islamitische wereld is aangepraat?
„Dat klopt niet. Het is ons aangepraat door links-liberale westerlingen uit de vorige eeuw, ”Alle Menschen werden Brüder”, en de voorstanders van de multiculturele samenleving. De islamitische wereld heeft daar handig gebruik van gemaakt. Voor hen was dit nooit zo’n punt. De kruistochten gingen in ieder geval over de Turken en Saladin was een Koerd. Die volken hebben er altijd maar zo’n beetje bijgehangen.”
Verder waren de kruistochten volgens Jansen wel degelijk een gevolg van religieus handelen en geen tocht van een stel avonturiers en verveelde ridders.
„Dat klopt. Met name in de eerste kruistochten zijn deze gepaard gegaan met grote financiële en andere opofferingen van de betrokkenen.”
Zijn belangrijkste conclusie is dat de kruistochten eigenlijk de voorlopers waren van de huidige strijd tegen het islamitisch extremisme.
„Dat kun je zo niet zeggen. De kruistochten hadden een diep religieuze motivatie. De huidige strijd is ingegeven door economische motieven en het ideaal van een seculiere wereldorde. Deze gebruikt het extremisme als excuus om traditionele vrijheden af te nemen van zijn eigen burgers.
Een ander groot verschil is ook dat hij zijn staatkundige waarden afdwingt buiten de eigen nationale grenzen. De kruistochten waren in relatief recent bezet gebied dat terugveroverd werd door het christendom. Dat kun je niet zeggen van Afghanistan.
De kruistochten laten iets doorschemeren van het ideaal van theocratie, dat God relevant is voor de staatkunde, dat het belangrijk is dat Hij gediend wordt en er geen afgodsaltaren staan. De huidige strijd is die van de seculiere mens die zich verzet tegen alles wat God is. Het is te vergelijken met wat Napoleon deed. Accepteert u onze nieuwe staatkundige regeling van de Franse Revolutie niet? Dan ‘bevrijden’ we uw bevolking. Of het nu Irak, Libië of Afghanistan is: je krijgt bommen op je dak als je niet luistert.
Het werkelijke probleem zit in het Westen. Voor een middeleeuws christen en een hedendaagse islamiet is God onlosmakelijk verbonden met staatkunde, recht, economie en onderwijs, want ”God comes with the territory” en moet op alle gebied gediend worden.
Wij hebben ons geloof verloren en proberen nu agressief een seculaire staatsvorm te vestigen in gebied dat ons niet toebehoort. Een voor een gaan de laatste bastions waar Allah geëerd werd zoals het moest, eraan. Dat maakt een echte islamiet wanhopig. Hoewel de islam van het begin af een uiterst agressieve godsdienst was, is er toch een verschil. Het islamitisch extremisme van tegenwoordig is veroorzaakt door het Westen.
Wij hebben de godsdienstloze staat geschapen. Onze politici hebben de deur wijd opengezet voor mensen wier politieke filosofie onverenigbaar is met het christendom. Dat men dit van tevoren moet hebben geweten, is deel van de huidige vertrouwenscrisis. Dat er christelijke partijen waren die deze seculiere Europese en wereldorde hebben bevorderd, daarvoor schaam ik mij. Niet voor de kruistochten. Wij hebben ons goed geweerd bij Damiate (waar de Haarlemmers er in 1219 in slaagden onder leiding van Willem I van Holland de ketting te doorbreken waarmee de Saracenen de haven hadden afgesloten, RD).”