Geschiedenis

Bruikleenveiling: kans voor verzamelaars

De eerste bruikleenveiling is een feit. En het was een succes. Museum Beelden aan Zee in Den Haag haalde donderdag ruim 36.000 euro op door beelden uit de collectie te veilen.

Aad van Toor en Rudy Ligtenberg

22 November 2011 19:56Gewijzigd op 14 November 2020 17:49
Bieden op een beeld dat je vervolgens een jaar in huis mag hebben.  Foto Museum Beelden aan Zee
Bieden op een beeld dat je vervolgens een jaar in huis mag hebben. Foto Museum Beelden aan Zee

Een selecte groep mocht bieden op een beeld en het vervolgens voor die prijs een jaar lang thuis te pronken zetten.

De Sculpture Club van Museum beelden aan Zee bestaat uit –meer bemiddelde– liefhebbers van beeldhouwkunst. Regelmatig komen de leden bij elkaar voor een hap, een borrel of een rondleiding door het depot.

Wat jammer om al dat moois op te bergen, vond een aantal clubleden. Waarom konden ze de stukken niet een poosje in bruikleen krijgen? Dan had iemand er tenminste plezier van.

Het idee groeide volgens museumdirecteur Jan Teeuwisse uit tot de bruikleenveiling. „We willen onze vrienden ook te vriend houden en de band tussen museum en deze individuele supporters versterken. Bovendien willen we het verzamelen van beeldhouwkunst stimuleren. Er liggen veel kansen voor verzamelaars, omdat beeldhouwkunst nog betaalbaar is. Ten slotte willen we met de opbrengst van de veiling de komende expositie over de beeldhouwer Jacques Lipchitz bekostigen. Zijn collectie, geschonken aan de staat Israël, zal voor het eerst buiten dat land te zien zijn.”

Het experiment van de veiling moet tot een win-win-win-winsituatie leiden, volgens Teeuwisse. En hij was na afloop tevreden: „Dit smaakt naar meer. Misschien wordt eenmaal inderdaad nog eens andermaal.”

Na een kijkdag van een uur vult de veilingzaal zich. Arno Verkade, hoofd moderne kunst bij veilinghuis Christie’s en zoon van de bekende beeldhouwer Kees Verkade, zal belangeloos optreden als veilingmeester. Het eerste lot is een beeld van Sergey Shekhovtsov (Rusland, 1969). ”Collector” is een man in kostuum, ontspannen zittend op een stoel. Het geheel is gesneden uit schuimrubber. De minimumprijs van 500 euro is al rap overschreden en uiteindelijk wordt het kunstwerk voor 2000 euro afgeslagen. „Daarvoor had je het ook in het echt kunnen kopen”, grapt Verkade.

Met vaardige hand weet de veilingmeester de prijs op te drijven. Niet alleen door de begeerte aan te wakkeren, maar vooral door het gevoel van concurrentie op te schroeven. Een man kan het toch niet laten zitten bij een hoger bod door een vrouw. Of andersom. En heeft hij daarmee succes, dan grinnikt hij: „Nu is ’t echt oorlog.”

”Het diakenhuismannetje” van Jan Bronner mag voor 1900 euro een jaar lang bij een bieder thuis staan. Met een ijzeren beeld van Toni Benetton gaat het wat moeizamer. Na veel praten en wachten klinkt het eenmaal, andermaal. Dan steekt op het allerlaatste moment toch nog iemand z’n hand op. „Hè, hè”, zucht Verkade. „Dat noemen ze nu veilingmeestertje pesten.” Het bieden stokt vervolgens op 1200 euro.

De geveilde beelden komen allemaal uit de tentoonstelling ”Allemensen!” die momenteel in het museum is ingericht. Het is een dwarsdoorsnede van de eigen collectie, samengesteld door Lida Scholten. de stichter van het museum.

Theo Scholten en zijn vrouw Lida verzamelden vanaf 1969 moderne beeldhouwwerken die ze mooi vonden en die pasten binnen het thema ”Mensbeeld”. De werken kregen een plaats in hun huis en tuin in Bilthoven. Met ruim 800 beelden leek het huis ten slotte meer op een opslagplaats en het echtpaar besloot 1994 de collectie onder te brengen in het nieuw te bouwen Museum Beelden aan Zee.

De veilingstukken werden volgens Teeuwisse gekozen op basis van kwaliteit –„het gaat niet om winkeldochters maar om representatieve stukken”– van diversiteit in kunsthistorische tijden, stijlen en materialen, op basis van internationaliteit en ten slotte moesten de beelden ook tegen een stootje kunnen.

Een felgekleurd beeld van Appel had, volgens Verkade, zijn degelijkheid bewezen. Het stond in de achtertuin van de familie Scholten, waarbij de kinderen het gebruikten als doelpaal. Voor 1300 euro mag het een jaar bij de ‘koper’ staan, waarbij de veilingmeester niet kan nalaten te zeggen dat het beeld geen hockeyballen kan verdragen.

Alle stukken zijn verzekerd, maar voor een aantal beelden is een alarminstallatie in huis verplicht. Ook het vervoer moet professioneel plaatshebben. Dat is te begrijpen, zeker bij het beeld ”Alkyoneus” van Gerhard Lentink (Nederland, 1956). De mansgestalte meet 292 centimeter en past niet in een personenauto. En ook niet in een rijtjeshuis. Er wordt 2600 euro geboden op het kunstwerk.

Werken van klinkende namen als Jinmo Kang, William Trunbull, Ossip Zadkine, Van Lieshout en Man Ray komen onder de hamer. Toppers vormen de werken van Gerhard Lentink, Joep van Lieshout (Nederland, 1963) en van Giacomo Manzu (Italië, 1908-1991) die elk 2600 euro opbrengen. Werk van Tom Claassen (Nederland, 1964) en Cornelis Zitman (Nederland, 1926) halen de limiet niet. Die kunnen, aldus Verkade, gaan zitten pruilen in het depot.


Tien manieren om het museale hoofd boven water te houden

Musea moeten over 2010 en 2011 gemiddeld 17,5 procent aan eigen inkomsten verworven hebben om voor overheidsgeld in aanmerking te komen. Hoe houden musea het hoofd boven water in barre tijden?

1. Niet. Zeventien musea hebben de noodklok geluid over hun voortbestaan. Zo dreigt het Tropenmuseum in Amsterdam zijn deuren te moeten sluiten. Het kabinet stopt eind volgend jaar de subsidie van 20 miljoen euro aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen.

2. Uitverkoop. Eind juni verkocht museumgoudA het topstuk ”The Schoolboys” van Marlene Dumas om een dreigend faillissement van het museum af te wenden. De actie leverde 950.000 euro op. Het museum is gered, maar de Museumvereniging dreigt museumgoudA te royeren als lid. Ze vindt het vooral verkeerd dat het schilderij niet aan andere Nederlandse musea is aangeboden.

3. Kettingbrief. Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam zoekt met een kettingbrief inkomsten voor een tentoonstelling rond de Vlaamse kunstschilder Jan van Eyck. Zes kunstliefhebbers hebben samen met het museum het initiatief genomen. Per brief, e-mail of telefoon vragen ze mensen in hun vrienden- en kennissenkring een bedrag van 1000 euro te schenken en de oproep door te sturen naar vijf anderen. Op deze manier hoopt het museum bij kunstliefhebbers ruim 700.000 euro op te halen. Daarmee is ongeveer de helft van de begroting van de tentoonstelling gedekt.

4. Uitleen. Donderdagavond hield Museum Beelden aan Zee in Scheveningen een ”bruikleenveiling”. Beelden uit de eigen collectie werden per opbod geveild en voor de duur van één jaar in bruikleen gegeven aan particulieren en bedrijven. De actie leverde 36.000 euro op voor een nog te organiseren tentoonstelling over beeldhouwer Jacques Lipchitz.

5. Sponsoring. Het Stedelijk Museum in Amsterdam financiert de grootscheepse verbouwing die momenteel gaande is met geld dat de Duitse autofabrikant Audi in het laatje brengt. Daarnaast ondersteunt Audi innovatieve tentoonstellingen op het gebied van design. Keerzijde: het bedrijf heeft een vinger in de pap als het gaat om de programmering.

6. Mecenaat. De vermogende schrijver en kunstverzamelaar Han Nefkens steunt al tien jaar als een moderne mecenas projecten van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Hij financierde bijvoorbeeld de succesvolle modetentoonstelling ”The Art of Fashion” in 2009 en de permanente installatie ”Laat je haar neer” van videokunstenaar Pipilotti Rist.

7. Fonds. Stichting het Rijksmuseum Fonds genereert extra inkomsten voor het Rijksmuseum in Amsterdam. Het gaat om een onafhankelijke stichting die in de breedste zin steun verleent aan het museum. Jaarlijks worden er bedragen beschikbaar gesteld voor de aankoop van schilderijen, prenten, boeken, foto’s en andere voor de collectie belangrijke objecten, maar ook voor educatie en onderzoeksprojecten. Een aantal particulieren heeft een fonds op naam opgericht onder beheer van het Rijksmuseum Fonds.

8. Vriendenkring. De Vereniging Vriendenkring van het Jopie Huisman Museum in Workum is een van de grootste van het land. Veel bezoekers die zijn geraakt door het werk en de filosofie van Jopie Huisman zijn vriend van het museum geworden. Met de donaties en de inzet van vrijwilligers helpt de kring om het museum in stand te houden en te promoten. Het museum ontvangt geen subsidie.

9. Museumwinkel online. De museumwinkel is altijd al een onmisbare bron van inkomsten voor elk museum geweest. Onlineverkoop is voor Nederlandse musea een nieuwe trend met uitstekende mogelijkheden. Museumwebshops.nl werkt aan een landelijke portal voor musea en hun webshops. Doel is meer bezoekers en meer inkomsten voor de musea te genereren.

10. Merchandising. Commercie is in de context van een museum beslist geen vies woord, roept de Rotterdamse ondernemer Bart-Jan Lagerwaard van Museaal Verhaal op zijn website. „Een commerciële aanpak levert uw museum meer middelen op.” Bijvoorbeeld de verkoop van speciaal voor het museum vervaardigde artikelen die verband houden met de museumcollectie. Natuurlijk helpt Museaal Verhaal daarbij graag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer