Binnenland

Verkeerspsycholoog over mist: Automobilist overschat zichzelf

Grijs, grijzer, grijst. Nederland kampt al dagen met hardnekkige mist. „Automobilisten overschatten hoe ver ze kunnen zien.”

J. Visscher

21 November 2011 19:03Gewijzigd op 14 November 2020 17:47
Mist op de snelweg maandagmorgen. Foto ANP
Mist op de snelweg maandagmorgen. Foto ANP

Dichte nevel in stad en dorp, extra lange files, ernstig beperkt luchtverkeer. Nederland tobt deze dagen met hardnekkige mist. Vaak van ’s ochtends tot ’s avonds. Maandagochtend stond er 450 kilometer file, veel meer dan normaal.

Dat het bij mist riskant is op de weg, staat voor de Groningse verkeerspsycholoog Cees Wildervanck als een paal boven water. Zelf maakte hij gisteravond in potdichte mist nog een autoritje door Gronings plattelandsgebied, op weg naar de stad Groningen om iemand op te pikken. „Ik vind mist buitengewoon vervelend. Natuurlijk let ik goed op, ik ben veel bezig met verkeersveiligheid.”

Probleem is dat automobilisten vaak nog te snel rijden als het zicht beperkt is. „Ze overschatten de afstand die ze kunnen overzien. Zeker mensen die dagelijks een vaste route afleggen, zoals forensen, rijden vanuit een soort automatisme. Ze redeneren onbewust: „Als ik niks zie, zal er ook wel niks zijn.”

Vaak vallen bij mist of gladheid op de weg „de eerste dagen de klappen”, stelt Wildervanck vast. „Daarna wordt het rustiger. Want mensen zijn gewaarschuwd en passen hun gedrag op de weg aan.”

Kettingbotsingen, zoals afgelopen weekend nog in Duitsland, zijn kenmerkende mistongevallen, betoogt Wildervanck. „Auto’s rijden te hard in de mist en kunnen niet op tijd remmen.”

Gebruik een mistlamp in de auto alleen als het echt nodig is, bepleit Wildervanck. „Je ziet nogal eens dat mensen bijvoorbeeld te lang hun mistlamp aan laten staan. Op stukken waar dan het zicht weer wat beter is, worden andere weggebruikers verblind door dat felle mistlicht. Dat kan onveilige situaties opleveren.”

Zeker op het platteland valt er in Nederland nog wel wat te verbeteren aan een betere zichtbaarheid van de weg, vindt de Groninger verkeerspsycholoog. „Op die weggetjes ontbreken bijvoorbeeld bermplaatjes of reflectoren. Die reflectoren helpen je in situaties van mist op de weg te blijven. Het komt in landbouwgebieden nogal eens voor dat reflectoren kapot zijn of slecht zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld door maaiwerk of doordat elkaar passerende tractoren die paaltjes raken. Zeker bij mist en als de weg modderig en glad is, kan dat heel lastig zijn.” Daar staat tegenover dat automobilisten onbewust weer meer het gaspedaal intrappen als belijning en reflecterende paaltjes op een weggetje wel weer in orde zijn, betoogt Wildervanck. „Iets soortgelijks zie je bij automobilisten met bijvoorbeeld een antiblokkeersysteem (ABS) in de auto. Ze denken: „Ik zit in een veilige auto” en gaan dan sneller rijden. Dat leidt er toe dat auto’s met zo’n ABS nauwelijks bij minder ongevallen betrokken zijn dan wagens zonder een dergelijke voorziening. Feit is wel dat auto’s met ABS vaker betrokken zijn bij eenzijdige ongevallen en minder vaak bij ongevallen waarbij meer voertuigen zijn betrokken.”

In mist zijn blauwe verkeersborden, bijvoorbeeld bij een afrit langs de snelweg, lang niet altijd goed zichtbaar, zo merkte Wildervanck ook gisteren weer in dichte mist. „De afgelopen tientallen jaren zijn verlichte borden vervangen door reflecterende borden. Die vervanging heeft te maken met het streven naar energiebesparing.”

Een terugkeer naar verlichte borden langs de weg, die in mist beter zichtbaar zijn, bepleit de verkeerspsycholoog niet. „De vraag is of je voor een paar dagen mist per jaar zo’n investering moet doen. Ik kan me voorstellen dat de autoriteiten dat te duur vinden.”

Meer afstand

Ook het verkeer in de lucht ondervindt forse hinder bij dichte mist. Zo konden er vandaag veel minder toestellen starten en landen van en op Schiphol.

Bij mist wordt de onderlinge afstand tussen vliegtuigen vergroot, legt Marjolein Wenting van Luchtverkeersleiding Nederland uit. „Veiligheid staat in de luchtvaart voorop. Een vliegtuig kan volautomatisch landen, maar voor vliegers is zicht op de grond belangrijk. Doordat mist dat zicht hindert, is het nodig om meer afstand tussen de vliegtuigen te creëren. Op die manier kan een vlieger tijdig reageren als zich iets afwijkends voordoet en bijvoorbeeld een doorstart maken.”

Via luchtverkeersorganisatie Eurocontrol, waarbij 38 landen zijn aangesloten, wordt bij mist het verkeersschema aangepast, legt Wenting uit. „Eurocontrol krijgt meteorologische gegevens van de luchtverkeersleiding in de diverse landen aangeleverd. Met die gegevens anticipeert Eurocontrol op de mogelijkheden om de capaciteit in de lucht te benutten. In de lucht ontstaan geen files. Stel dat een toestel om negen uur wil vertrekken van Madrid naar Amsterdam. Bij mist kan het vliegtuig later vertrekken, omdat het toestel niet van alle normaal beschikbare capaciteit gebruik kan maken. Vergelijk het met de snelweg. Als daar twee rijstroken worden afgesloten, kan er per uur minder verkeer passeren en ontstaat vertraging. Die is natuurlijk overdag groter dan ’s nachts.”

De luchtverkeersleiding hanteert vier miststadia. Van fase A (een beetje mist) tot fase D (zeer dichte mist). Op Schiphol was vandaag sprake van fase C, mogelijk zelfs fase D.

Bij goede weersomstandigheden verwerkt Schiphol per uur in totaal zo’n honderd starts en landingen. Bij hardnekkige mist wordt dat aantal drastisch teruggeschroefd.

De luchtverkeersleiding hanteert het grondradarsysteem op Schiphol als „veiligheidsverhogend” middel, legt Menting uit. „Op een scherm kunnen we de vliegtuigen en voertuigen zien bewegen. Bijvoorbeeld hoe toestellen van de ene naar de andere baan taxiën.” Zicht op het oog blijft op de luchthaven echter essentieel. „We zitten niet voor niets in een hoge toren.”

Vermoeiend

Ook schippers tobben met de mist. „Mist is zeker extra lastig en vermoeiend. Het geeft een stuk spanning”, aldus Herman Bruins Slot, Rijnschipper op de Victus, vanmorgen vanuit Duitsland. „Je vaart op de radar. Dan zie je de dingen toch een paar seconden later.”

In de mist communiceert de schipper extra via het marifoonkanaal. „Normaal gesproken zie je in de verte een schip al aankomen. Dan zie je bijvoorbeeld een blauw bord. Dat betekent dat je elkaar passeert op anders dan gebruikelijke manier. Bij mist moet je daar per marifoon meer over communiceren. Zeker op rivieren als de Main of de Donau kan dat lastig zijn, als niet iedereen de juiste taal spreekt.”

Bij mist ondervindt de schipper hinder van zogeheten valse echo’s. „Dan zijn meldingen op je radarscherm van objecten. Als je bijvoorbeeld bij een brug vaart, heeft de radar even geen zicht. Je krijgt dan een echo van je eigen schip. Zeker bij mist kun je dan gaan denken: Is dit nu een ander schip?”
Alerter

Veerponteigenaren doen er goed aan in dichte mist „nog iets alerter” te zijn, zegt Ton Paulus, baas van zeven ponten, zes op de Maas en een op de Lek. „We hebben levende have aan boord.”

Toch vindt Paulus, telg uit een geslacht van veerpontbeheerders, mist heden ten dage nauwelijks een punt van zorg. „Al onze ponten hebben radar en marifoon. Je ziet het andere scheepvaartverkeer. Ga je bij helder weer de hut nog eens uit om naar een automobilist op de pont te stappen, nu blijf je binnen en houd je de radar in de gaten.” De veerponten van Paulus zullen niet afdrijven. „Het zijn kabelponten, je komt vanzelf aan de andere kant.”

Hachelijker was de situatie enkele tientallen jaren geleden, herinnert Paulus zich. „Begin jaren tachtig was er op de veerpont geen radar. Soms zag je op het allerlaatste moment, midden op de rivier, elkaars lichtjes. Je rommelde maar wat raak. Een bijna-ongeval is voor ons ook reden geweest om radar aan te schaffen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer