Na de presentatie van dat plan „kunnen we gaan nadenken over de terugtrekking van de VN-troepen”, aldus Martelly. Ongeveer 12.000 blauwhelmen van de VN-missie Minustah bewaken al jaren de orde in Haïti. De buitenlandse militairen worden echter verantwoordelijk gehouden voor de dodelijke cholera-epidemie op het eiland. De Veiligheidsraad besloot vorige maand duizenden blauwhelmen terug te halen, officieel omdat „de algemene veiligheidstoestand is verbeterd.”

De toenmalige linkse president Jean-Bertrand Aristide had het leger rond 1994 opgeheven, na enkele pogingen tot een staatsgreep.

Het voornemen een leger op te bouwen stuit op kritiek van westerse donorlanden, die Haïti miljoenen euro’s hebben geschonken na de aardbeving in 2010 waarbij 225.000 mensen omkwamen. De donorlanden vinden dat Haïti beter aan de wederopbouw kan werken dan aan de vorming van een leger. President Martelly zegt dat Haïti de grenzen moet kunnen beschermen. Hij wil de komende tijd ook de politie versterken.

Haïti is het armste land op het westelijk halfrond. De regering heeft er vrijwel geen gezag. Het land werd vorig jaar getroffen door een aardbeving en enkele maanden later door een cholera-epidemie. Daardoor stierven honderdduizenden mensen. Veel gebouwen liggen nog altijd in puin en overlevenden wonen onder erbarmelijke omstandigheden in tentenkampen.