Nieuwe regering België trekt genocidewet in
De nieuwe centrumlinkse Belgische regering heeft zaterdag direct na haar aantreden besloten de omstreden genocidewet in te trekken.
Premier Guy Verhofstadt kondigde vorige maand tijdens de kabinetsformatie al aan dat de wet zou worden gewijzigd. Hij deed dat nadat de Verenigde Staten hadden gedreigd het vertrek van het NAVO-hoofdkwartier uit Brussel te forceren als België de genocidewet niet zou afschaffen.
De regering wil de tien jaar oude wet vervangen door een wet die alleen kan worden aangewend voor zaken waarin een direct verband met België bestaat. De genocidewet maakte vervolging wegens oorlogsmisdaden in België mogelijk, ongeacht de nationaliteit van de verdachte en ongeacht de plek waar de misdaden waren begaan. Volgens Verhofstadt kan de nieuwe wet niet worden misbruikt voor politieke doeleinden.
In het verleden is geprobeerd op grond van de genocidewet onder anderen de Israëlische premier Ariel Sharon, de Amerikaanse president George Bush, de Britse premier Tony Blair en de Amerikaanse ministers Donald Rumsfeld en Colin Powell in België voor de rechter te dagen.
Belgische mensenrechtenactivisten reageerden teleurgesteld op de voorgenomen vervanging van de genocidewet. „België lag op kop en nu ligt het weer achter op andere landen”, zei Dan van Raemdonck van het Belgische Human Rights League. „Dit is een grote stap terug voor de mensenrechten”, zei Jan Brocatus van Amnesty International.
Anderen achten het intrekken van de wet echter verstandig, omdat België zich in het internationale verkeer onmogelijk dreigde te maken. Brussel geldt als de tweede diplomatieke stad ter wereld.
Het parlement stemt naar verwachting begin augustus over het wetsvoorstel.
De nieuwe Belgische regering bestaat uit de Vlaamse en Waalse liberale en socialistische partijen, plus een kleine Vlaamse partij, die een van de vijftien ministers levert. In de vorige regering werkten de liberalen en socialisten samen met de Vlaamse en Waalse milieupartijen, maar die werden bij de in mei gehouden verkiezingen weggevaagd.
De nieuwe ministersploeg telt vijf vrouwen, onder wie de minister van Justitie, Laurette Onkelinx. Jongste minister is de 28-jarige Freya van den Bossche, dochter van Luc van den Bossche, die in de vorige regering minister van Volksgezondheid was. Freya van den Bossche is minister van Milieu. Een aantal belangrijke ministers is gehandhaafd: Louis Michel op Buitenlandse Zaken, André Flahaut op Defensie en Didier Reynders op Financiën.
De regering heeft zich ten doel gesteld de komende vier jaar 200.000 banen te scheppen en de belasting met 800 miljoen euro te verlagen. Ook is ze van plan 4 procent meer te gaan uitgeven aan de gezondheidszorg.
Als Verhofstadt niet wordt meegeteld, heeft de regering veertien ministers, evenveel Vlamingen als Franstaligen.
De grootste Vlaamse oppositiepartij CD&V klaagde meteen al dat Vlaanderen veel heeft toegegeven bij de verdeling van de ministersposten, nadat de Franstaligen er ook al goed uitgesprongen waren in het regeerakkoord. Want de belangrijke posten Justitie en Sociale Zaken, die in handen waren van een Vlaming, gaan naar de Parti Socialiste.