EU overweegt vredesmacht voor Moldavië
Nederland heeft binnen de Europese Unie een discussie aangezwengeld over het sturen van een vredesmacht naar Moldavië. Als huidig voorzitter van de OVSE spant Nederland zich in voor een politieke regeling in de vroegere Sovjetrepubliek, die sinds begin jaren negentig is opgesplitst. Een vredesmacht zou een akkoord dichterbij kunnen brengen.
De discussie is nog in een pril stadium. Volgens de woordvoerder van minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken is het nog te vroeg om over aantallen militairen of politiemensen te spreken. Zo ver oostelijk in Europa is de EU, als de lidstaten bereid zijn tot een rol, nog nooit militair actief geweest.
Minister De Hoop Scheffer was in april nog in Moldavië. De republiek was tot 1940 onderdeel van Roemenië. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verkreeg het gebied in 1991 onafhankelijkheid. Een jaar eerder al hadden separatisten ten oosten van de rivier de Dnjestr zich afgescheiden en de republiek Transdnjestrië uitgeroepen.
De inwoners zijn vooral van Russische en Oekraïense afkomst. Zij vreesden voor een samengaan van Moldavië en het vroegere moederland Roemenië. Er bevinden zich ook nog steeds Russische militairen, maar die moeten eind dit jaar weg zijn.
Begin jaren negentig leidde het conflict tot gevechten, waarbij honderden doden vielen. Er geldt ondertussen al lang een bestand, maar in een politieke regeling zit weinig schot. De woordvoerder van minister De Hoop Scheffer spreekt ook liever van een consolidatiemacht dan van een vredesmacht, „want er is geen oorlog aan de gang.”
Naar zijn zeggen zou die macht, opererend onder de vlag van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, een militaire en een civiele poot krijgen, de laatste om training van politiemensen te verzorgen. De Moldavische regering is niet afkerig van de Nederlandse plannen. Maar ook de medewerking van de Russische autoriteiten is nodig. Nederland is dit jaar voorzitter van de OVSE.