DNB treurde over groen licht aan Landsbanki
DEN HAAG (ANP) – Binnen De Nederlandsche Bank (DNB) heerste „treurnis” over het verlenen van ’topping up’ in mei 2008 aan de IJslandse bank Landsbanki, de moederbank van de later failliet gegane internetbank Icesave. Door de topping up viel Icesave ook onder het Nederlandse depositogarantiestelsel.
Dat zei topambtenaar Johan Barnard van het ministerie van Financiën donderdag tegen de parlementaire enquêtecommissie. De treurnis bestond er volgens hem uit dat de directie van DNB achteraf vond dat de aanvraag van Landsbanki binnen DNB te technisch was afgedaan en niet door de goede mensen. Het had in de directie vanuit een bredere blik bekeken moeten worden.
Het ministerie van Financiën was verrast over de goedkeuring door DNB aan Landsbanki. Volgens Barnard had DNB mogelijkheden gehad om de toetreding van Landsbanki tot het Nederlandse garantiestelsel tegen te houden, al was het juridisch moeilijk geweest. Volgens DNB was die optie er niet. DNB-president Nout Wellink zei na kritiek later dat het bemoeilijken of vertragen van de aanvraag „onbehoorlijk bestuur” zou hebben opgeleverd en „in strijd met de wet” zou zijn geweest.
Bankrun
Het ministerie van Financiën was in oktober 2008 bijzonder bezorgd over ING, als het sentiment van spaarders in Europa zou leiden tot een bankrun op internetbanken. ING was namelijk op dat moment de grootste internetspaarbank in Europa.
Dat stelde topambtenaar Johan Barnard van Financiën donderdag voor de parlementaire enquêtecommissie. Als Europeanen massaal hun geld van hun spaarrekeningen op internet waren gaan halen, zou dat voor ING „heel gevaarlijk” zijn geweest, aldus Barnard.
Financiën had nog geen bewijzen dat er op grote schaal met tegoeden werd geschoven, maar er deden al wel veel verhalen over de ronde. Daarom was het voor het ministerie heel belangrijk dat spaarders zouden zien dat er ondanks „veel trammelant” rond de banken, ze aan konden op bescherming van hun spaargelden via het depositogarantiestelsel.
De EU-landen besloten toen om het gegarandeerde bedrag te verhogen naar minimaal 50.000. Nederland verhoogde het bedrag zelfs van 38.000 naar 100.000, samen met een paar andere EU-landen.