Preventieve aanval voorlopig geen gewoonte
In de aanloop naar de Amerikaanse aanval op Irak vreesden pessimisten dat ook andere landen preventieve acties tegen vermeende dreigingen zouden ondernemen. Hoewel er wereldwijd zeker meer over wordt gesproken, blijft het de vraag of de ”preventieve aanval” ooit gewoon gaat worden.
In Australië woedt al maanden een debat over de vraag of het land preventief moet optreden tegen terroristenparadijzen in de Grote Oceaan. Vanaf de jaren zeventig volgt de Australische regering een terughoudend beleid ten opzichte van zijn buureilanden. Maar na de aanvallen van 11 september 2001 en de bomaanslag op Bali van 12 oktober 2002 (waarbij 88 Australische burgers omkwamen) wordt de conservatieve regering-Howard bezorgder.
Twee weken geleden deed minister Alexander Downer van Buitenlandse Zaken de suggestie om met een multinationale legermacht van 2000 man op de Salomonseilanden orde op zaken te stellen. Sinds de onafhankelijkheid van de voormalige Britse kolonie in 1978 gelden de Salomonseilanden als een „mislukte staat”, die in toenemende mate wordt misbruikt door drugshandelaars, witwassers en internationale terroristen. Ook andere landen in de Pacific staan in Australië en Nieuw-Zeeland op de lijstjes van nabije bedreigingen.
De Australische regering heeft genoeg van deze gevaren in de eigen achtertuin en wil ertegen optreden. „Soevereiniteit is in onze visie niet absoluut”, aldus minister Downer. „Het welzijn van de mensheid is belangrijker.”
Toestemming van de Verenigde Naties is volgens Downer niet nodig. In zijn ogen is „dit hoge niveau van multilateralisme synoniem aan ineffectief en weinig doelgericht beleid.” Een preventieve aanval op initiatief van een coalitie van enkele regeringen zou daarom veel effectiever zijn. Met een interventie op de Salomonseilanden wil Downer ook een „signaal geven dat we bereid zijn harde maatregelen te treffen om onze veiligheid te verzekeren.”
Inmiddels is duidelijk dat de interventie op de Salomonseilanden waarschijnlijk doorgaat, maar het heet geen preventieve actie meer. Het parlement van de eilandengroep heeft de Australische regering gisteren officieel gevraagd te komen, omdat de regering buiten de hoofdstad Honiara weinig meer te vertellen heeft. Op veel eilanden van het land heerst anarchie of hebben hardhandige krijgsheren het voor het zeggen.
Ook in andere landen wordt heel openlijk over preventieve aanvallen gesproken. Enkele Indiase ministers zeiden onlangs dat de toestand in buurland Pakistan rijp was voor preëmptief optreden. „Tegen Pakistan is een veel betere zaak te maken dan tegen Irak”, zei minister van Buitenlandse Zaken Yashwant Sinha, waarmee hij doelde op het bezit van (nucleaire) massavernietigingswapens en het bieden van onderdak aan moslimterroristen.
Zelfs binnen de Europese Unie is preventief ingrijpen geen vloeken meer sinds buitenlandcoördinator Javier Solana enkele weken geleden een schets presenteerde van het nieuwe Europees buitenlandbeleid, waarin de grondtrekken van preventief optreden herkenbaar zijn.
Wordt preventief optreden van de ene staat -buiten de VN-Veiligheidsraad om- op deze manier een gewoonte? VN-deskundige Andreas Rechkammer van het Deutsches Institut für Internationale Politik und Sicherheit in Berlijn denkt van niet. „De dreiging van India richting Pakistan wordt al twintig jaar herhaald en hoort bij het ritueel. Daaraan moet je niet te veel waarde hechten. Inderdaad wordt er in veel andere landen ook over preventief optreden gesproken en zelfs in Solana’s EU-voorstellen. Maar of dit daadwerkelijk tot meer preventief optreden zal leiden, betwijfel ik.”
Rechkammer verwacht wel meer „vroege interventies. In de jaren negentig hebben we steeds lang gewacht om elders in te grijpen. In Kosovo moest zich eerst een humanitaire ramp voordoen en in Rwanda hebben we zelfs niets gedaan. Ik verwacht dat militaire bondgenootschappen en coalities in de toekomst niet meer zo lang wachten. Door het terrorisme en de mogelijkheid van massavernietigingswapens is voor alle regeringen eventueel optreden urgenter geworden. Maar dat is natuurlijk niet te vergelijken met een preventieve aanval zoals tegen Irak.”
Rechkammer benadrukt het verschil tussen preventief en preëmptief optreden. „Door de Amerikaanse discussie rond Irak en het terrorisme zijn deze twee door elkaar gehaald. Preëmptief optreden is aanvallen als de dreiging van de tegenstander al zichtbaar is. Dat is dus eigenlijk zelfverdediging. Preventief optreden doe je veel eerder, als er alleen nog maar sprake is van een mogelijke dreiging. Dat laatste is natuurlijk sowieso nooit met een VN-resolutie te rechtvaardigen.”
Sir Timothy Garden van het Royal Institute of International Affairs in Londen voorspelt ook geen groei in preventief optreden. „Alleen de Verenigde Staten kunnen de VN passeren. Macht is voor hen recht. Andere staten moeten daarin veel voorzichtiger zijn. Het preventieve optreden waarover de EU spreekt, is voornamelijk diplomatiek.”
Garden vermoedt dat de VS door het eenzijdige optreden in Irak uiteindelijk de ’precieze’ volkenrechtelijke benadering bevestigen. „De Amerikanen en Britten moesten in Irak zonodig een dreiging onschadelijk maken die er mogelijk niet eens was. Me dunkt dat die regeringen zich niet opnieuw voor gek laten verklaren. In de publieke opinie werkt zoiets natuurlijk wel door. Als er helemaal geen massavernietigingswapens worden gevonden, maakt dat de naleving van het volkenrecht in de toekomst waarschijnlijker.”
Volgens Rechkammer leven we momenteel in een „tijd van paradigmaverschuiving” in de internationale betrekkingen. „Het VN-Handvest weerspiegelt de militaire machtsverhoudingen na de Tweede Wereldoorlog. Het legitimeert alleen geweld als zelfverdediging. Een debat over de mogelijkheid van een humanitaire interventie of van preventief optreden tegen internationaal terrorisme is wenselijk, maar niet realistisch. Daarvoor is nooit een meerderheid in de VN.”