Dahlan heeft er volgens de krant Ha’aretz op aangedrongen dat de Joodse staat zich verder uit bezet Palestijns gebied terugtrekt. Op zijn beurt benadrukte Mofaz dat de Palestijnse Autoriteit sneller tegen de extremistische Palestijnse organisaties moet optreden.

Een van deze groepen, de radicale Palestijnse Hamas-beweging, heeft woensdag gewaarschuwd dat het vrijlaten van alle Palestijnse gevangenen een absolute voorwaarde blijft voor het instandhouden van het staakt-het-vuren. Israël moet van Hamas duizenden Palestijnen vrijlaten, anders is het snel weer oorlog, zo viel op te maken uit de woorden van Hamas-leider sjeik Achmed Yassin. Sinds het begin van de Palestijnse opstand in september 2000 hebben de Israëliërs meer dan 8000 Palestijnen gearresteerd, onder wie minderjarigen.

Honderden van hen zullen volgens Jeruzalem worden vrijgelaten maar niet degenen die worden beschuldigd van betrokkenheid bij zelfmoordaanslagen en hinderlagen.

De kwestie heeft al geleid tot politieke spanningen binnen het Palestijns bestuur. Premier Abbas wordt verweten onvoldoende druk uit te oefenen op de Israëliërs om meer gedetineerden vrij te krijgen. Wegens deze kritiek heeft Abbas zijn ontslag aangeboden als lid van het Centraal Comité van de Fatah-beweging van de Palestijnse president Arafat. Fatah, de belangrijke politieke factie van de Palestijnen, zou het ontslag niet hebben aanvaard.

Overigens staat het eerstvolgende overleg tussen de Palestijnse premier Abbas en zijn Israëlische ambtsgenoot Sharon gepland voor volgende week vrijdag.