Onderzoekers spraken van „ernstig wanbeheer” in het mortuarium op de Luchtmachtbasis Dover in de staat Delaware. In zeker twee gevallen zouden medewerkers zelfs resten geheel uit het oog zijn verloren. De zaak kwam aan het rollen toen klokkenluiders melding maakten van onder meer kwijtgeraakte lichaamsdelen, slordige controles en een laks toezicht.

De luchtmacht gaf toe dat de enkel van een overleden militair zoek raakte, net als menselijke resten die werden bewaard in een plastic tas. Medewerkers zaagden ook een beschadigd bot van de arm van een marinier af, zodat hij in zijn uniform en kist zou passen. Ze deden dit echter zonder de familie van de gesneuvelde militair in te lichten.

Militaire functionarissen zeggen dat de onzorgvuldige omgang met de stoffelijke resten een gevolg is van de druk die de afhandeling van duizenden lichamen met zich meebracht. Sommige militairen zijn ernstig verminkt, wat het moeilijk maakt om de lichamen klaar te maken voor de begrafenis.