Bush zei tijdens een kort bezoek aan Botswana dat de gemiddelde Amerikaan huilt voor de aids-wezen en eenzame moeders.

Nadat Bush tijdens de eerste twee dagen van zijn reis in Senegal en Zuid-Afrika de nadruk vooral had gelegd op de probleemlanden Liberia en Zimbabwe, stond het bezoek aan Botswana grotendeels in het teken van aids.

Bush prees in de hoofdstad Gaborone president Festus Mogae voor diens strijd tegen de ziekte. 40 Procent van de volwassenen in diens land is geïnfecteerd met HIV, waarmee Botswana het zwaarst getroffen land ter wereld is. „Dit is de meest dodelijke vijand die Afrika ooit onder ogen heeft moeten zien en dat hoeven jullie niet alleen te doen”, aldus Bush. Het Witte Huis maakte eerder bekend 13,3 miljard euro beschikbaar te stellen voor aids-bestrijding. Het Congres moet die uitgave nog goedkeuren.

President Mogae trakteerde Bush op een uitgebreid diner van lokale lekkernijen. Over de tafels waaraan de honderden gasten zaten, lagen kleden met luipaardafdrukken en elke tafel was versierd met de schalen van struisvogeleieren. Buiten riep een enthousiaste menigte „pula, pula” (regen, regen), een bijzonder positieve uitdrukking in een land dat voor het grootste deel bestaat uit woestijn.

Na de lunch vertrok Bush met zijn vrouw Laura in een vrachtwagen voor een korte safari naar het Mokolodi natuurpark, waar zij olifanten, neushoorns, giraffes en nijlpaarden bekeken. Vervolgens vlogen zij terug naar Zuid-Afrika. Vrijdagmorgen vertrekt Bush naar Uganda, waarna hij zijn reis door Afrika in Nigeria beëindigt.