Dat zegt P. W. Moens, beleidsmedewerker bij de scholenorganisatie VGS en voorzitter van de stuurgroep (homo)seksualiteit in het reformatorisch onderwijs. Volgens de Leidse kantonrechter is het bestuur van de Schilderschool het inhoudelijke gesprek met de betreffende leerkracht uit de weg gegaan en heeft het niet aangetoond dat hij de grondslag van de school niet meer geloofwaardig kan uitdragen.

Moens noemt de uitspraak van afgelopen woensdag „vrij fors”. „De rechter verzuimt een juiste afweging van grondrechten te maken en wijkt bewust af van de gangbare lijn dat bijkomende omstandigheden een reden kunnen zijn om een homoseksuele leerkracht te ontslaan. Die omstandigheden zijn helder. Een leerkracht met een levenswijze die haaks staat op de Bijbelse visie op seksualiteit, kan de grondslag van een orthodox-christelijke school niet geloofwaardig uitdragen. Je knipt die persoon als het ware in tweeën: op school moet hij vertellen dat seksualiteit exclusief thuishoort in de relatie tussen man en vrouw, in de privésfeer mag hij met een andere man samenwonen.”

Mede voor dit soort situaties heeft de VGS een identiteitsprofiel en een visienota over homoseksualiteit gemaakt. Moens: „Daarin staat beschreven hoe de Bijbel spreekt over seksualiteit. Daarnaast benadrukt de VGS het belang van goed werkgeverschap. Als er zich op school een kwestie met een homoseksuele leerkracht aandient, ga dan als bestuur in gesprek met zo iemand en leg de beide visies naast elkaar. Daarbij moet helder zijn hoe je als bestuur de Bijbel leest. Je kunt geen beleid maken vanuit de gedachte dat iedereen de Bijbel op zijn eigen manier uitlegt.”