Malmö bouwt tegen de recessie in
Malmö is gewend zich door crises heen te vechten. Ook nu gaat het lukken. De grootste bouwonderneming NCC kan het werk nauwelijks aan. De ene na de andere nieuwbouwwijk wordt uit de grond gestampt. Visitekaartjes van duurzaamheid, waarvoor belangstelling uit de hele wereld bestaat.
De geschiedenis van Malmö –op twee na de grootste stad van Zweden– met het omliggende Skane is niet los te zien van Denemarken. Lange tijd werd het gebied door Deense vorsten geregeerd. Waarbij het water van de Sont niet een scheiding, maar juist een verbinding vormde, aldus Eva Roos-Davidsson, stadsgids in Malmö. „In de middeleeuwen ontbraken goede verbindingen over land en de wegen die er lagen, waren gevaarlijk. Via het water konden contacten makkelijker onderhouden worden.” Bovendien zwom er in die tijd zo veel vis in de Sont –met name haring– dat je er volgens sommigen op kon lopen. De visvangst en de export naar Duitsland zorgden voor welvaart in Malmö.
Met de haring verdween de economische voorspoed uit de stad. Het stadsbestuur gooide het over een andere boeg: handeldrijven. Al snel nam de stad een belangrijke plaats in onder de noordelijke Hanzesteden.
Vanaf 1658 –na verschillende bloedige oorlogen– hoorde Skane definitief bij Zweden. Dat leidde gaandeweg tot een economische catastrofe en Malmö verviel opnieuw tot armoede. De industriële revolutie bood echter nieuwe kansen. Malmö veranderde in een arbeidersstad. Vooral in het havengebied vestigden zich industrieën en scheepswerven. Totdat in de jaren tachtig van de vorige eeuw de klad erin kwam. Saab verplaatste de productie van zijn auto’s naar Trollhättan. Scheepsbouwer Stockum verloor orders aan goedkoop werkende Aziatische werven, toeleveringsbedrijven gingen failliet. In drie jaar tijd verloren 25.000 Malmöers hun baan en de stad dreigde opnieuw tot de bedelstaf te vervallen.
Malmö sloeg een nieuwe weg in. De stad moest een centrum worden van kennis en cultuur, hightech de plaats innemen van zware industrie. Malmö moest een bruisende stad worden, centraal in de regio, waar veel mensen zouden willen werken en wonen.
Vanaf dat moment ging het stadsbestuur gericht aan het werk. In 1998 werd een aantal faculteiten van de universiteit van Lund overgeplaatst naar Malmö en openden hbo-opleidingen op het gebied van communicatie, moderne media en verpleegkunde hun deuren. Inmiddels verblijven er zo’n 20.000 studenten in de stad en worden er 160 talen gesproken.
In het jaar 2000 was de brug over de Sont klaar, waarmee een directie verbinding met Denemarken was gelegd. De reis van Kopenhagen naar Malmö duurde per trein of auto nog slechts twintig minuten.
In het westelijk havengebied (Vastra Hamnen), waar eertijds scheepswerven en overslagbedrijven de toon aangaven, werden nieuwe woonwijken gebouwd, waarbij duurzaamheid als rode draad door alle plannen liep. Inmiddels is de wijk BO01 klaar.
Blikvanger en kunstwerk in de wijk is een 190 meter hoge woontoren, de Turning Torso, ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava. De gedraaide menselijke ruggengraat telt 54 verdiepingen; het fundament steekt 18 meter in de grond. De top van de toren is alleen toegankelijk voor mensen die daar een conferentie bijwonen. De rest van de verdiepingen bestaat uit appartementen.
Toen de toren in 2005 klaar was, bleven de kopers weg. Nu vechten de Malmöers om een plekje en zijn ze bereid hoge huren te betalen om dit adres op hun visitekaartje te kunnen zetten. Het bouwwerk is voorzien van de (toen) modernste vindingen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Onder het gebouw bijvoorbeeld wordt het afval verwerkt tot compost.
Hoewel er veel verschillende architecten verantwoordelijk zijn voor Vastra Hamnen, is de wijk opgebouwd vanuit een totaalvisie. Hamnen is weliswaar voor veel mensen te duur om te wonen, maar iedere inwoner van Malmö kan er komen recreëren. Langs het water van de Sont is een kilometerslange boulevard aangelegd, uitlopend op een strand dat door de Malmöers spottend en tegelijk liefkozend Copacabana wordt genoemd, naar de beroemde wijk in Rio de Janeiro met zijn 4 kilometer lange strand in de vorm van een halve maan.
De appartementen langs de boulevard in Malmö hebben een witte of grijze kleur, om daarmee uit te stralen dat ze als een dijk en stadswal de wijk beschermen. Wie tussen de appartementen door de wijk inloopt, komt terecht in een wirwar van straatjes. Nergens kun je ver doorkijken; je waant je in de veilige intimiteit van een middeleeuwse stad. Maar wel een veelkleurige. Het typische Zweedse aarderood, het harde blauw en het zachte geel overheersen op muren en kozijnen. De tuinen zijn niet groot, de ruimte is vooral openbare ruimte. Voor elke meter bebouwing is een halve meter groen ingericht. Zon, wind en water leveren de benodigde energie. Op veel huizen liggen sterk isolerende, begroeide sedumdaken. Zonnecollectoren zijn geïntegreerd in de gebouwen en water wordt gebruikt voor warmteopslag diep onder de grond. Daarmee is de wijk energieneutraal.
Volgens Eva Roos wonen er vooral dinkies en whops in de wijk: mensen met een ”double income, no kids” (tweeverdieners zonder kinderen) en ”wealthy, healthy older people” (welgestelde, gezonde ouderen).
De naastliggende wijken BO02 en BO03 staan in de steigers; de eerste woningen worden nog dit jaar opgeleverd. De historische scheepshelling van Stockum is geïntegreerd in de wijk. Skateboarders kunnen er eindeloos kunststukjes uithalen. De productiehallen van de scheepswerf zijn verbouwd tot schoolcampus.
Nieuwe wijken komen langs de kust in Triangle en Hilley, waar ook de grootste shoppingmall uit de regio moet komen en een beurscomplex. Richting het binnenland is Malmö veel terughoudender; daar moet het bouwland zo veel mogelijk worden gespaard. Skane is niet voor niets de graanschuur van Zweden.
Te midden van de rotsblokken die het talud van de boulevard vormen, liggen gladgeslepen, glimmende stenen. Het is een kunstwerk van Sigurdur Gudmundsson, ”Diamonds are everywhere”. Dat zal waar zijn, maar hier vormen heel wat pareltjes bij elkaar het wonder van Malmö.
Duurzaam eten
Tien jaar geleden, Vastra Hamnen was nog een bouwput, opende Björn Stenbeck de deuren van zijn Salt & Brygga, een ecologisch restaurant. Biologisch, ecologisch en duurzaam waren nog niet in de mode en de mensen verklaarden hem voor dwaas. Geen bank was bereid hem geld te lenen. Inmiddels is zijn restaurant elke dag tot de nok toe gevuld en moeten Stenbecks vrouw en dochter bijspringen. Trots nemen de Malmöers hun gasten mee naar Salt & Brygga, het visitekaartje en bewijs van Malmö’s duurzaam denken. En duurzaam is hot.
Stenbeck gebruikt alleen biologische producten, heeft zijn gelegenheid ingericht met duurzame meubelen en schenkt slechts ”organic” (biologische) dranken. „Zelfs het leer op de stoelen is van koeien uit de biologische landbouw. Alle gebruikte producten zijn traditioneel verbouwd zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Op het menu staan alleen seizoensgroenten van dat moment. Je kunt hier vooral terecht voor ”Husmanskost”, traditionele gerechten.”
Is Zweden een duur land om buiten de deur te eten? Het verhaal gaat dat een chic Russisch jacht aanmeerde in de haven van Malmö. De Rus vond alle eten te goedkoop; het kon dus niet veel zijn, dacht hij en hij vertrok naar Kopenhagen om daar aan te leggen.