Dat meldde minister van Financiën Jun Azumi tijdens een persconferentie. Kort voor de mededeling van de bewindsman was de dollar naar een nieuw laagterecord gedaald. Op dat moment was 1 dollar 75,32 yen waard, een nieuw laagterecord voor de periode sinds de Tweede Wereldoorlog. Na de ingreep steeg de dollar weer tot meer dan 79 yen.

Een te dure yen drijft de prijs van Japanse producten op, wat slecht is voor de export van Japanse producten. Daarom besloot de regering van Japan de afgelopen maanden al enkele malen in te grijpen, onder meer door dollars op te kopen.

De Japanse industrie herstelt momenteel langzaam van de natuurrampen die het land in maart troffen. De dure yen dreigt echter roet in het eten te gooien, mede omdat de sterke munt een stevige hap neemt uit de winsten die Japanse multinationals uit het buitenland naar Japan halen. Veel internationale bedrijven zouden dan ook overwegen een groter deel van hun bedrijf geheel naar het buitenland te verhuizen.

De stijging van de yen wordt in de hand gewerkt door de onrust op de financiële markten. Veel investeerders zien de Japanse munt als een veilige haven en ruilen hun dollars en euro’s in voor de yen. Volgens de Japanse regering is de stijging daarmee puur het gevolg van speculatie en vormt de koers van de yen geen afspiegeling van de kracht van de Japanse economie.

Tijdens de G20-top eind deze week in Cannes zal de Japanse premier Yoshihiko Noda bij zijn internationale collega’s aandringen op begrip voor de interventies. Hij moet zien te voorkomen dat andere landen Japan betichten van het manipuleren van de koers om de eigen export te bevorderen.