Syrië beleeft bloedigste vrijdag in maanden
AMMAN/ISTANBUL (ANP/AFP/RTR) – Politie en leger in Syrië hebben vrijdag zeker 40 betogers gedood. Meer dan honderd demonstranten raakten gewond en honderden mensen werden opgepakt. Dat zeggen oppositieaanhangers en bewoners.
Activisten spreken van de bloedigste vrijdag in bijna een half jaar tijd. Op vrijdagen gaan demonstranten na het gebed massaal de straat op.
De meeste doden vielen in Homs (20) en Hama (12), aldus het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten. Deze steden in het westen van het land zijn de haarden van verzet tegen het regime van president Bashar al-Assad.
In de noordelijke provincie Idlib, die grenst aan Turkije, hebben betogers luidkeels opgeroepen tot een no-flyzone boven Syrië. Het vliegverbod moet gedeserteerde militairen bescherming bieden tegen acties van de gezagsgetrouwe strijdkrachten.
Vanwege de vele slachtoffers heeft de Arabische Liga vrijdag scherpe kritiek geuit op het Syrische regime. De lidstaten lieten weten „ernstig ontevreden te zijn over het aanhoudende doden van Syrische burgers.” Het was de stevigste boodschap van het regionale verbond sinds het uitbreken van de Syrische opstand.
Waarnemers menen dat er steeds meer gewapend verzet komt. In Turkije bijvoorbeeld heeft een overgelopen legerofficier een Vrij Syrisch Leger opgericht dat met Turkse steun gewapende acties tegen Assads regime voert, berichtte The New York Times vrijdag.
De Verenigde Naties schatten dat er sinds het begin van de demonstraties in maart zeker 3000 mensen zijn gedood door veiligheidstroepen.