Economie

Antwoord op eurocrisis komt woensdag nog niet: analyse

BRUSSEL – Een „allesomvattende oplossing” voor de euro­crisis. Niets minder dan dát moest volgens de Franse president Sarkozy en de Duitse bondskanselier Merkel de uitkomst zijn van de top die woensdagavond in Brussel wordt gehouden. Enkele uren ervoor lijkt de kans op succes klein. Vier oorzaken, plus de vraag hoe erg dat is.

Marcel ten Broeke
26 October 2011 15:06Gewijzigd op 14 November 2020 17:20
Foto EPA
Foto EPA

1. De hoofdrolspelers zijn het bepaald nog niet eens.

Europese regeringsleiders willen knopen doorhakken over een forse kwijtschelding van de knellende Griekse schulden­last en het herkapitaliseren van kwakkelende banken, dat daardoor nog nijpender wordt. Ook het oppompen van de vuurkracht van het noodfonds voor de eurozone (EFSF) –zodat, na Griekenland, Portugal en Ierland ook Italië en Spanje uit de wind kunnen worden gehouden– prijkt hoog op de agenda.

Enkele uren voor de ‘top der toppen‘ lijkt echter al duidelijk dat „de crisis” woensdagavond nog niet ten einde is. Zowel uit opmerkingen van ingewijden als uit de uitgelekte tekst van het slotcommuniqué blijkt dat, hoewel over de richting overeenstemming gloort, de uitwerking van de afspraken –laat staan concrete getallen– nog op zich laat wachten. De kans dat die gewichtige punten en komma’s vandaag nog worden uitgewerkt, lijkt niet zo groot. Sarkozy stelde dinsdag zelfs dat Europa „nog nooit zó dicht bij exploderen” is geweest.

2. De ‘bazooka’ voor het EFSF lijkt niet erg aantrekkelijk

Zelfs wanneer de regeringsleiders van de eurolanden er woensdagavond wél uitkomen, lijkt het effect van de maatregelen die rondzingen te klein om de crisis te keren. Om te kunnen fungeren als een ‘bazooka’ die de financiële rust zelfs in Italië en Spanje moet doen weder­keren, zal het EFSF (zie ook het artikel hiernaast) waarschijnlijk met technische goochelarij worden opgepompt op een wijze die de hefboomconstructies die ten grondslag lagen aan de kredietcrisis haast doet verbleken.

Het is echter de vraag in hoeverre marktpartijen –men hoopt onder meer op geld uit China en Noorwegen–, met het inzicht van nu, nog in een dergelijk complex en weinig transparant product (een ”special purpose investment vehicle”) hun vertrouwen durven stellen.

3. Effect van herstructurering op schuld Athene is klein.

Verder is het de bedoeling dat banken en pensioenfondsen meer zullen moeten afschrijven op hun Griekse obligaties dan de 21 procent die in juli al afgesproken is. Uit een rapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Centrale Bank (ECB) blijkt dat, willen de eurolanden niet nóg meer geld richting Athene pompen dan de 219 miljard euro die al is toegezegd, de herstructurering van de Griekse schuld zeker 50 tot 60 procent moet bedragen. Maar zelfs het effect daarvan zal stukken kleiner zijn dan het op het eerste gezicht lijkt. Dat komt niet alleen doordat deelname aan de herstructurering net als vorige keer vrijwillig is en banken niet bepaald staan te springen, zoals ook de achterliggende maanden al bleek. Ook als ze vrij massaal mee zouden doen, geldt dat de herstructurering slechts betrekking heeft op dat deel van de Griekse schuld (van in totaal zo’n 360 miljard) dat in handen is van private partijen (ruim 200 miljard), en niet op de schuld die in handen is van buitenlandse overheden, IMF of ECB.

Daardoor zal ook de resterende schuld voor Athene onhoudbaar blijven, zeker nu de economische ontwikkeling –niet alleen in Griekenland, maar in de complete eurozone– taant.

4. De herkapitalisatie van banken is vrij beperkt.

Volgens de laatste informatie hebben de ministers van Financiën van de eurolanden afgesproken dat banken de komende maanden hun buffers in totaal met circa 100 miljard euro moeten herstellen. Eind augustus, tijdens een vergadering van centraal bankiers in het Amerikaanse Jackson Hole, stelde IMF-directeur Lagarde nog dat de kapitaalbuffers van Europese banken met zeker het dubbele zouden moeten worden versterkt om mogelijke verliezen op kredieten op te kunnen vangen. Het is volgens experts dus nog maar de vraag of 100 miljard voldoende zal zijn om het vertrouwen in de bankensector te herstellen.

Hoe erg is dit allemaal?

De onderliggende problemen van de schuldencrisis lijken met de voorgestelde maatregelen op korte termijn in ieder geval niet te worden opgelost. Je zou kunnen zeggen dat regeringsleiders, zoals eigenlijk bij alle voorgaande toppen, nét datgene doen wat nodig is om tijd te kopen. Op de volgende top, 
bijvoorbeeld die van regeringsleiders van de G20 op 3 november, gaan we dan weer verder. Sjokkend achter de feiten aan, ondertussen steeds grotere branden blussend.

Maar voor wie denkt dat het er écht toe doet of banken nu 21, 50 of 60 procent afschrijven op de Griekse schuld en of nu eurolanden, de ECB (volgens sommigen de enige werkende optie) of juist China geld pompen in het noodfonds voor de eurozone, schreef de Rotterdamse econoom Bas Jacobs dinsdag een ontnuchterende bijdrage.

Verliezen zullen we volgens hem in de eurozone toch écht zelf moeten nemen. En uiteindelijk komen die linksom of rechtsom –óók als we banken ervoor op laten draaien– terecht bij de belastingbetaler. „Er is geen magische truc en er zijn ook geen marsmannetjes die de crisisrekening graag willen betalen. Uiteindelijk betalen u en ik. Het is een illusie te denken dat we de rekening via een slinkse route af kunnen wentelen.”

Probleem is tot nog toe vooral dat politici díé waarheid niet aan hun kiezers durven te vertellen. Iedere top brengt ze daar echter wel een stapje dichterbij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer