Flitspaalbom kost EOD’er een hand
RIJSWIJK – De 44-jarige sergeant-majoor van de landmacht die zondag ernstig gewond raakte bij een ontploffing van een explosief in Voorschoten moet zijn rechterhand missen. De man is geopereerd en buiten levensgevaar. Dat heeft het ministerie van Defensie dinsdag laten weten.
De explosievenopruimer is dinsdag naar een ziekenhuis bij hem in de buurt gebracht. Daar zal hij nog enige tijd moeten blijven. Waarom het explosief, dat aan een flitspaal was bevestigd, ontplofte is nog niet duidelijk.
Zondag schakelde de politie een ruimploeg - bestaande uit drie personen - van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) in om de paal te bekijken. Het bleek te gaan om een geïmproviseerd explosief, dat de van ploeg haalde en onderzocht. De drie explosievenopruimers droegen op het moment van de ontploffing geen beschermende pakken meer. Een woordvoerster van Defensie benadrukt dat de drie volgens de voorschriften hebben gehandeld. Het explosief is onschadelijk gemaakt, waarna de situatie als veilig werd beoordeeld. Op dat moment mogen volgens die voorschriften de pakken uit. Maar door een nog onduidelijke oorzaak explodeerde daarna een gedeelte van de hoofdlading.
Na de ontploffing is een tweede ruimploeg gekomen. Ook is een crisisteam geformeerd voor de coördinatie en voor de opvang en begeleiding van de familieleden. Bij de explosie raakten ook de twee andere explosievenopruimers gewond. Zij zijn inmiddels weer thuis.