Amerikanen niet in staat kopten in Egypte te beschermen
CAÏRO – Sommige media in Egypte wisten vorige week dat de Amerikanen plannen smeedden voor direct ingrijpen in Egypte. Door het bloedbad waarbij het Egyptische leger meer dan twintig christenen afslachtte die protesteerden tegen de verwoesting van hun kerken, zou de Amerikaanse minister Clinton van Buitenlandse Zaken genoeg hebben gezien.
Natuurlijk heeft Hillary Clinton zoiets niet gezegd. De Egyptische staatskrant Al-Ahram meldt dat het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de berichten dat Amerika plannen heeft om de Egyptische kopten te hulp te schieten, „volledig uit de lucht gegrepen zijn.”
Dinsdag circuleerden op verschillende internetsites aan Clinton toegeschreven uitspraken dat de VS plannen hebben om speciale eenheden naar Egypte te sturen om kerken daar te beschermen.
Ieder weldenkend mens begrijpt direct dat zulke geruchten onzin zijn: politici zeggen of doen zoiets niet. Maar helaas, sommige christenen in het Midden-Oosten denken nog steeds dat hulp van de VS (als ”christelijke natie”) nu wel snel zal komen.
Interessanter is de vraag of een directe Amerikaanse interventie in Egypte de kopten echt zou helpen.
Het belangrijkste argument voor de VS om in te grijpen in een ander land is het bevorderen van democratie. En de vraag is nu: Hoe hebben de eerste uitingen van democratie –in de zogeheten ”Arabische lente”– religieuze minderheden in de Arabische wereld daadwerkelijk geholpen?
In de eerste tijd na de opstand in Egypte hebben christenen meer onder misstanden te lijden dan in de tijd van de afgezette president Hosni Mubarak. Te zien was hoe Egyptische militairen opzettelijk christelijke burgers met pantserwagens overreden, het vuur op hen openden, en naar verluidt zelfs hun lichamen in de Nijl dumpten. Dit alles onder het bevel van veldmaarschalk Mohamed Tantawi. Zoiets gruwelijks heeft tijdens het bewind van Mubarak nimmer plaatsgevonden.
Wat een Amerikaanse interventie betreft, moeten we onder ogen zien dat de christenen het zwaarst worden getroffen in die islamitische landen waar de VS wél hebben ingegrepen en miljarden dollars hebben geïnvesteerd om die staten in democratieën te veranderen.
Denk aan de stille vernietiging van de ”christelijke honden” in Irak. Sinds de VS Saddam Hussein ten val hebben gebracht, komt het onthoofden en kruisigen van christenen regelmatig voor. Slogans als ”Christenhonden, verdwijn of sterf” op muren en in kranten zijn heel normaal. Gezaghebbende moslimgeestelijken vaardigen fatwa’s uit waarin staat dat het is „toegestaan om het bloed van christenen te laten vloeien.”
Volgens mensenrechtenexperts in het Midden-Oosten is de waarschuwing dat christenen in Irak dreigen te worden uitgeroeid, geen loze kreet. Sinds de val van Saddam is meer dan de helft van de christenen gevlucht. Volgens recente rapporten van mensenrechtenorganisaties zijn meer dan 700 christenen, inclusief bisschoppen en priesters, gedood en werden er 61 kerken opgeblazen. Acht jaar na het begin van ”Operatie Iraqi Freedom” zijn christenen in Irak niet meer dan tweederangsburgers, of nog minder dan dat.
Sinds de inval van de VS in Irak is de vervolging van christenen exponentieel toegenomen. Een topfunctionaris van het Vaticaan zei onlangs: „Paradoxaal genoeg werden de christenen onder de dictatuur van Saddam Hussein beter beschermd dan onder de Amerikaanse bezetting.”
Een interventie van de VS in Egypte is vooralsnog natuurlijk volstrekt ondenkbaar en niet aan de orde. Maar de overgrote meerderheid van de kopten ziet de VS als haar allerlaatste hoop op redding. Gezien de ervaringen van hun broeders en zusters in Irak is het maar de vraag of zo’n interventie enig nut zou hebben.
Vluchten naar Amerika is een veel realistischer optie. Sinds de opstand hebben ruim 95.000 kopten het land verlaten. Veel van de achtergeblevenen stellen alles in het werk om Egypte zo snel mogelijk te ontvluchten. Zij hebben de hoop op een veilige toekomst volledig verloren.
Toch hoort een kentering tot de mogelijkheden. Nu het leger zich vorige week zo agressief en gewelddadig gedroeg, is de overgrote meerderheid van de Egyptenaren het vertrouwen in het leger grotendeels verloren. Het leger, dat tijdens de opstand in januari en februari weigerde op zijn eigen burgers te schieten, heeft zichzelf nu in de voet geschoten.
De spanningen in Egypte lopen niet langs de lijnen van de verschillende godsdiensten. De economische chaos die de opstand heeft veroorzaakt, de vele loze beloften van activisten, regering en legerleiding, hebben het Egyptische volk in armoede gestort. Onvrede zal de komende maanden een uitweg zoeken.
De nood is hoog, de druk op de legerleiding groot. Niemand spreekt nog van een Arabische lente. Voor zover ooit iemand in Egypte daarin geloofde, is ook die droom vorige week zondag aan flarden geschoten.