Agressie Joodse kolonisten baart VN zorgen
GENEVE (ANP) – De Israëlische veiligheidsdiensten moeten meer doen om Palestijnse burgers en hun bezittingen te beschermen tegen aanvallen door extremistische Joodse kolonisten. Sinds begin september is op de bezette Westelijke Jordaanoever sprake van een toename van dergelijke geweldsincidenten. Dat meldde een woordvoerder van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten dinsdag tijdens een persconferentie in Genève, Zwitserland.
In de afgelopen maand voerden militanten onder het mom van een zogeheten ’Price Tag’-campagne onder meer aanvallen uit op enkele moskeeën en honderden olijfbomen van Palestijnen. Het gaat om wraakacties, de ’prijs’ die de Palestijnen moeten betalen voor incidenten waarbij kolonisten om het leven komen of gewond raken.
De kolonisten zijn ook boos over druk vanuit de internationale gemeenschap op de regering van Israël om te stoppen met het uitbreiden van nederzettingen op Palestijns grondgebied. De daders van diverse geweldsmisdrijven en vernielingen lieten de woorden ’Price Tag’ in graffiti achter op de plaats delict.
De nederzettingen, waar inmiddels honderdduizenden kolonisten wonen, zijn illegaal volgens internationaal recht. De aanwezigheid van de kolonisten in de bezette gebieden en de almaar groeiende nederzettingen leggen een zware druk op de relatie tussen het Palestijnse volk en Israël. Het vredesproces tussen de beide partijen ligt al geruime tijd nagenoeg stil.
Dinsdag kregen de Palestijnen steun uit onverwachte hoek. Ehud Barak, de Israëlische minister van Defensie, uitte volgens The Jerusalem Post harde kritiek op de meest radicale elementen binnen de kolonistengemeenschap. Die zouden „bijna functioneren als terroristische organisaties”, aldus Barak tijdens een bezoek aan een nederzetting op de Westelijke Jordaanoever. De aanvallen zijn volgens Barak een schande voor de staat Israël.