„Ik zal vechten om die problemen te overwinnen”, aldus Mladic. „Want ik verdedig niet mezelf, maar generaal Mladic, Republika Srpska, Servië en alle mensen daar.”

Mladic is aangeklaagd wegens onder meer genocide na de val van de moslimenclave Srebrenica en oorlogsmisdaden tijdens de belegering van de Bosnische hoofdstad Sarajevo van 1992 tot 1995. Mladic zei dat hij zich „heuvel voor heuvel, stad voor stad” wil verweren tegen de tenlastelegging van hoofdaanklager Serge Brammertz om vervolgens vrijgesproken te worden. „Ik wil vrij zijn”, aldus Mladic, die in mei werd opgepakt, bijna 16 jaar nadat hij was aangeklaagd.

Voorzittend rechter Alphons Orie wees Mladic erop dat bij het tribunaal „geen republiek en geen volk is aangeklaagd”; het VN-hof berecht alleen individuen. De Nederlandse VN-magistraat vroeg Mladic dan ook zich erop te concentreren „om uzelf als persoon te verdedigen.”

Mladic verscheen in een grijs pak en met een gele stropdas voor het tribunaal; het baseballpetje dat hij bij eerdere zittingen van Orie niet mocht dragen, had hij deze keer niet bij zich. Mladic praatte wat moeizaam en moest door Orie bij de les worden gehouden; op vragen naar zijn gezondheid begon Mladic steeds weer over politieke of historische zaken of zijn oorlogservaringen.

De volgende voorbereidende hoorzitting in de Mladic-zaak is op 10 november.