Laatste woord over Berlusconi is nog niet gezegd
Silvio Berlusconi: behalve als premier van Italië geniet hij bekendheid als zakenman, mediamagnaat, multimiljonair en voetbalclubeigenaar. Hij beschikt over enorme belangen binnen het nationale netwerk van televisiezenders en heeft geweigerd die na het aanvaarden van zijn politieke ambt af te stoten. Voorts valt te vermelden dat hij voortdurend wordt achtervolgd door affaires en juridische procedures, met beschuldigingen van zwartgeldtransacties, illegale giften, corruptie en belastingfraude.
In mei nog verscheen hij voor de rechtbank in verband met de aanklacht dat hij in de jaren tachtig rechters heeft omgekocht om de overname van een staatsbedrijf door zijn concurrent De Benedetti te verhinderen. Hij verdedigde zich met een aanval op Romano Prodi, de president van de Europese Commissie. Die dreigde volgens hem destijds in de hoedanigheid van directeur van een overheidsholding de betrokken onderneming tegen een veel te lage prijs te verkwanselen.
Inmiddels heeft hij vorige week een wet door het parlement geloodst die zijn onschendbaarheid waarborgt gedurende zijn ambtsperiode. Justitie tekent daartegen beroep aan, omdat zij meent dat de grondwet een dergelijke immuniteit niet toelaat. Het constitutionele hof zal een oordeel moeten vellen.
De SPD’er Martin Schulz sprak woensdag in het Europees Parlement Berlusconi aan op zijn omstreden gebruik van een immuniteitswet om zich te onttrekken aan een rechtszaak wegens corruptie. Ook hekelde de Duitser uitlatingen van minister Umberto Bossi van de rechtse Lega Nord, die deel uitmaakt van Berlusconi’s coalitie. Die opperde onlangs met kanonnen te schieten op boten vol immigranten die dagelijks de 7000 kilometer lange kustlijn van Italië belagen.
Binnen de EU bestaan ook twijfels over de Europese gezindheid van Berlusconi. Het eerdere ontslag van de als uiterst deskundig bekendstaande minister van Buitenlandse Zaken Ruggiero hield verband met diens positieve opvattingen over de eenwording. Op de top van Laken, eind 2001, blokkeerde de premier van de zuidelijke lidstaat een besluit over een Europees arrestatiebevel. Op de top van Brussel van afgelopen maart deed hij hetzelfde ten aanzien van een pakket maatregelen in de fiscale sfeer door zijn instemming daarmee afhankelijk te maken van een toezegging in een geheel ander dossier, over boetes voor Italiaanse boeren die de melkquota overschrijden.
Op 1 juli nam Berlusconi, ook wel de Zwarte Ridder genoemd vanwege de ideologische kleuren van zijn partij Forza Italia, het estafettestokje over van zijn Griekse collega Simitis. Woensdag was hij in het Europees Parlement om zijn programma te presenteren. Een aantal afgevaardigden protesteerde meteen bij zijn binnenkomst al door borden omhoog te steken met daarop de tekst: Iedereen is voor de wet gelijk. Met die zinsnede verwezen zij uiteraard naar de recente bepaling die hem vrijwaart van strafvervolging. Europarlementariër Blokland (CU-SGP) wil graag het volgende kwijt: „Die actie vinden wij trouwens eveneens onwaardig.”
In zijn uitzeenzetting stelde Berlusconi zich gematigd op. Hij viel niet te betrappen op laakbare passages. Hij beloofde als EU-voorzitter te zullen handelen „in de geest van nederigheid en dienstbaarheid.” In het daaropvolgende debat sloeg de stemming geleidelijk om. Een groene afgevaardigde uit Italië noemde hem „de voornaamste vertegenwoordiger van autoritair rechts.”
Een liberale collega uit hetzelfde Italië merkte op: „Je weet nooit of hij een wet invoert om het belang van de bevolking te dienen of het belang van hemzelf en van zijn vrienden.”
Berlusconi verloor zijn zelfbeheersing en ging door het lint. Het overschaduwde volledig het inhoudelijke overleg over belangrijke onderwerpen op de EU-agenda voor dit halfjaar als de ontwerpgrondwet en het bevorderen van de economische groei. Duitsland en Italië hebben over en weer via hun ambassadeurs ondertussen hun beklag gedaan over de onverkwikkelijke gebeurtenissen. Het laatste woord erover is zeker nog niet gezegd.