Pakistan hekelt alle vormen van terrorisme
De Pakistaanse president, generaal Pervez Musharraf, heeft maandag verklaard dat zijn land alle vormen van terrorisme veroordeelt.
Musharraf maakte, in een breuk met de traditie, voor de eerste maal geen voorbehoud met betrekking tot Kasjmirse islamitische „vrijheidsstrijders.” Musharraf legde de verklaring af na een onderhoud met de Britse premier Tony Blair, wiens bezoeken aan India en Pakistan in de afgelopen twee dagen leidden tot een vorm van pendeldiplomatie.
„Pakistan verwerpt terrorisme in al zijn vormen en manifestaties”, aldus Musharraf. Blair had eerder gezegd dat het in de huidige wereldsituatie, na de aanslagen van 11 september in de VS, onhoudbaar is nog langer „vrijheidsstrijders” van terrorisme uit te sluiten.
Twee bloedige aanslagen, op 1 oktober op het parlement van het Indiase gedeelte van Kasjmir en op 13 december op het Indiase parlementsgebouw in New Delhi, hebben beide nucleaire mogendheden op de rand van regelrechte oorlogvoering gebracht. Zowel India als Pakistan heeft duizenden militairen naar de gemeenschappelijke grens gestuurd.
Blair onderstreepte dat Musharrafs woorden erop neerkomen dat de groepen die verantwoordelijk zijn voor de terreurdaden van de 1e oktober en de 13e december nergens steun en onderdak vinden. Hij hield beide landen voor dat het loont partner te zijn in de internationale strijd tegen het terrorisme, in de vorm van schuldenverlichting, ontwikkelingshulp en samenwerking op militair gebied. Britse functionarissen zeiden dat Blair niet zozeer een ultimatum had gesteld, maar Musharraf had herinnerd aan de realiteiten van internationale samenwerking.
Blair zei dat Groot-Brittannië niet tussen beide landen wil bemiddelen, omdat het beter is dat ze zelf tot een vergelijk komen. Hij zei zondagavond op een gezamenlijke persconferentie met de Indiase premier Atal Bihari Vajpayee het recente optreden van de Pakistaanse regering tegen islamitische radicalen niet voldoende te vinden. Na de ontmoeting tussen Blair en Vajpayee sprak de Britse premier per telefoon met de Amerikaanse president George Bush, aldus een woordvoerder van Blair maandag. Bush en Blair waren het erover eens dat terrorisme moet worden veroordeeld en er onderhandelingen moeten worden begonnen over de crisis tussen India en Pakistan.
De Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken, Aziz Ahmed Khan, zei maandag tegen de BBC dat zijn land voorbeeldig het terrorisme bestrijdt. „We doen mee met een internationale coalitie tegen terrorisme en onze medewerking wordt alom geprezen door de internationale gemeenschap”, aldus Khan. De strijd waar Khan over rept is die tegen extremisten die in Afghanistan opereerden.
Voor veel Pakistaanse politici zijn strijders die het Indiase deel van Kasjmir willen afscheiden geen terroristen, maar strijders die de fakkel van de islamitische natie hebben overgenomen. Pakistan dankt zijn bestaan voor een belangrijk deel aan de Moslimbroeders (Jamaat-i-islami). Die stelden in toenmalig Brits-Indië in de jaren veertig alles in het werk om te voorkomen dat islamieten door „ongelovige” hindoes zouden worden geregeerd na de onafhankelijkheid.
Een zeer bloedige scheuring van Brits-Indië was het gevolg. Daarbij kregen de islamieten hun in twee delen opgesplitste staat Pakistan (Oost- en West-).
Het door hindoes gedomineerde India behield na gevechten met islamitische, Pathaanse strijders toch een landstreek waar islamieten de meerderheid vormden: Jammu en Kasjmir.
Voor de nazaten van de Moslimbroeders en veel nationalisten in Pakistan moet dat euvel nog steeds worden rechtgezet. Voor India is de deelstaat een onontbeerlijk bewijs dat India een multireligieuze en -culturele federatie is. Het verlies van Kasjmir zou ook andere delen van India tot afscheiding kunnen aanzetten.
India meldde ondertussen dat het in het grensgebied een onbemand Pakistaans spionagetoestel had neergehaald. Het toestel zou zondag het Indiase luchtruim boven Kasjmir hebben geschonden. Pakistan sprak het bericht tegen en zei dat een Indiaas toestel was neergestort en dat het Indiase leger zich schuldig maakte aan „zinloze propaganda.”
De Pakistaanse politie zei zondag dat er 42 moslimextremisten zijn gearresteerd in de oostelijke provincie Punjab. Het totale aantal door Pakistan gearresteerde terreurverdachten is daarmee opgelopen tot ongeveer 300. Ook de leiders van de Lashkar-e-Tayyaba en Jaish-e-Mohammed, de organisaties die door India worden beschuldigd van de aanslag op het Indiase parlement van vorige maand, zitten vast.