De uitspraak gaat over de zaak van een Italiaanse Europarlementariër die een agente had uitgescholden omdat zij volgens hem onterecht parkeerbonnen uitdeelde. De Italiaan, die voor de uitspraken een boete kreeg, beriep zich vervolgens op zijn parlementaire immuniteit. De Italiaanse rechtbank verwees de zaak naar het EU-hof.

Het hof stelt nu dat de link tussen de parlementaire werkzaamheden en de uitspraken „duidelijk en herkenbaar” moet zijn. Het draait volgens het hof niet om de plaats waar de uitspraken gedaan worden, maar om het karakter en de inhoud van de uitspraken.