De christendemocratische CDU/CSU en de liberale FDP waren de onbetwiste winnaars van de Bondsdagverkiezingen in 2009. Dat maakte Merkels rechtse droomcoalitie mogelijk. Maar sindsdien hebben beide partijen bij de stembussen in de deelstaten alleen nog maar tegenwind gehad. Zo veel zelfs dat de coalitie al sinds vorig jaar haar meerderheid in de Bondsraad (de Duitse Eerste Kamer) kwijt is.

Die tendens zet alleen maar door. Zondag daalde de CDU in Mecklenburg-Voorpommeren van 29 naar 23 procent. In 2006 zaten de christendemocraten nog maar 1 procentje onder de sociaaldemocratische SPD. Maar omdat die zondag steeg naar 35 procent, is het verschil nu ineens 12 procent. Zo’n stap terug is wel erg groot. Nota bene in de deelstaat waar Merkel haar district heeft.

Deze stemming bewijst ook dat de sociaaldemocraten in de lift zitten. Datzelfde geldt voor de groenen. Voor het eerst treden die nu toe tot het deelstaatparlement in Mecklenburg-Voorpommeren. Alle peilingen in Duitsland geven een groei aan voor de groenen. Het is duidelijk dat de meeste groei bij de CDU/CSU vandaan komt. De groenen staan niet meer voor links en radicaal, maar voor ethisch en milieuvriendelijk.

Bijzonder pijnlijk is het voor de liberale FDP. De liberalen haalden eerder de kiesdrempel van 5 procent niet in de parlementen in Bremen, Rijnland-Palts en Saksen-Anhalt, en nu dus in Mecklenburg-Voorpommeren. Gezien het belang van de deelstaten is dit bijzonder ernstig voor een regeringspartij. De uitslag van zondag toont ook aan dat het vervangen van partijleider Westerwelle niet voldoende is.

Komende zondag zijn er gemeenteraadsverkiezingen in Niedersaksen, en volgende week stemt Berlijn over zijn parlement. Die stemmingen zullen het beeld bevestigen dat de twee regeringspartijen verliezers zijn. Voor de sfeer in het kabinet van Merkel zal dit niet goed zijn.

Woensdag komt het grondwettelijk hof in Karlsruhe met een uitspraak over het reddingsplan voor de euro. Waarschijnlijk hoopt Merkel voor die dag dan een keer op goed nieuws.