Forse kritiek op Amerikaanse wederopbouw Irak
De manier waarop de Amerikanen de wederopbouw in Irak leiden rammelt aan alle kanten.
Er zijn geen doordachte plannen, er is een groot gebrek aan geld en er is geen lijst met prioriteiten. Bovendien is er veel te weinig communicatie met de Irakezen. Dat heeft de Amerikaanse ex-ambassadeur in Sudan, Timothy Carney, donderdag gezegd in een vraaggesprek met de Britse BBC.
Washington had Carney aangesteld als coördinator op het Iraakse ministerie van Industrie. De zeer ervaren voormalig diplomaat werkte er acht weken onder de intussen vervangen Amerikaanse bewindvoerder Jay Garner. Diens opvolger Paul Bremer verving Carney weer. „Bremer zelf moet meer zichtbaar zijn voor de Irakezen”, vindt Carney.
Volgens de Amerikaan had de militaire leiding in Irak geen vastomlijnd en uitgewerkt plan om haar missie om te zetten in een humanitaire en een politieke. „Ze begrepen het simpelweg niet of ze gaven er te weinig prioriteit aan.” Er was een „hele brede focus” op wat er allemaal in Irak zou moeten worden gedaan, maar een concreet actieplan bleef uit. Ook nu zijn veel van deze problemen niet opgelost.
Carney hekelt ook het gebrek aan financiën. De coalitie rept van „triviale geldsommen” voor wederopbouwprojecten. Het gaat dan om tientallen miljoenen dollar, terwijl er volgens Carney „verscheidene miljarden” nodig zijn. Dat geld moet gaan naar verbetering van de infrastructuur en naar de modernisering van de verouderde industrie.
Condoleezza Rice, de Nationaal Veiligheidsadviseur van president Bush, erkende donderdag tijdens een bezoek aan Londen dat het Witte Huis de staat van de Iraakse infrastructuur heeft onderschat. Ze vergeleek Irak met een Derde Wereldland. Volgens Rice wordt de wederopbouw ook gehinderd door het feit dat het land „getraumatiseerd” is door tientallen jaren bruut Saddam-regime.