Belangenbehartigers van grootverbruikers en consumenten vinden dat de watertarieven veel te hoog zijn. De overwinsten van drinkwaterbedrijven zijn buitenproportioneel voor de taken die zij uitvoeren en de risico’s die zij lopen, stelde de belangenbehartiger voor zakelijke energie- en waterverbruikers (VEMW) dinsdag op basis van eigen onderzoek.

„De drinkwaterbedrijven lopen in hun bedrijfsvoering als monopolisten nauwelijks risico’s”, zei directeur Hans Grünfeld van VEMW. „Hun investeringen zijn al jaren historisch laag.” De bedrijven hadden in 2010 een eigen vermogen van 1,8 miljard euro, dat zij vergaarden uit de winsten die ze mogen maken van de overheid, aldus de organisatie.

„Industrie en organisaties die veel drinkwater gebruiken, hebben het nakijken. Maar ook de consument betaalt te veel voor zijn drinkwater. Dit is al jaren bekend, maar de overheid doet er tot nu toe niks aan.” VEMW vindt dat in deze economisch krappe tijden ongehoord. De Consumentenbond onderschrijft de kritiek.

Een woordvoerster van staatssecretaris Joop Atsma wees erop dat over de kwestie nog een advies komt van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Die instantie kijkt er onder meer naar hoeveel eigen vermogen die drinkwaterbedrijven maximaal mogen hebben. Volgens de zegsvrouw wordt het advies dit najaar verwacht en wil Atsma voor 1 november een besluit over de zaak nemen.

De VEMW vreest echter dat de winsten alleen maar hoger uitvallen, nu de overheid binnenkort voor het eerst een plafond zal stellen voor de winstmarges die drinkwaterbedrijven mogen maken.

Het CDA wil dat Atsma „volledige transparantie” regelt in de productiekosten van drinkwater. „Burgers en ondernemingen mogen absoluut niet te veel betalen”.

De SP diende onder het vorige kabinet al een voorstel in om drinkwater alleen tegen kostprijs te laten verkopen. De partijen die toen in de regering zaten (CDA, PvdA en ChristenUnie), waren tegen. SP-Kamerlid Paulus Jansen hoopt nu dat een Kamermeerderheid nu wel voor zijn voorstel is.