Economie

Vrees voor de dubbele dip is terug

Het economische beeld in Nederland en elders ziet er bepaald niet rooskleurig uit. Het groeitempo zwakt af, allerlei indicatoren voorspellen weinig goeds. Er heerst vrees dat de Verenigde Staten en Europa aankoersen op een nieuwe recessie.

Drs. A. A. C. de Rooij
26 August 2011 19:58Gewijzigd op 14 November 2020 16:20
Foto Fotolia
Foto Fotolia

De financiële markten incasseerden in de achterliggende weken flinke verliezen. Behalve de zorgen over de schuldencrisis, droegen ook de signalen over de afkoeling van de conjunctuur bij tot een negatief sentiment onder beleggers. De aandelenkoersen doken naar beneden. Ze blijken vaak een goede graadmeter te zijn voor de ontwikkeling van de reële economie in de nabije toekomst. Veelal lopen ze enkele maanden op de gang van zaken vooruit. Als dat ook nu het geval is, zijn de perspectieven niet gunstig.

Onder invloed van de heftige gebeurtenissen rond de uitbraak van de kredietcrisis, trad in 2009 een diepe inzinking van de bedrijvigheid op. In Nederland daalde het bruto binnenlands product (bbp), de optelsom van alle geproduceerde goederen en diensten, met nagenoeg 4 procent. Een terugslag van die omvang was sinds de depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw niet meer aan de orde geweest.

Na vijf kwartalen van krimp, diende zich vanaf begin 2010 weer groei aan. Die versnelde tot 0,8 procent, gemeten van kwartaal op kwartaal, in de maanden januari tot en met maart van dit jaar. Ten opzichte van het bbp in de vergelijkbare periode van 2010 bedroeg de expansie 2,8 procent.

Maar inmiddels hapert de motor. In april tot en met juni kwamen de resultaten volgens de jongste gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit op respectievelijk slechts 0,1 en 1,5 procent, maar net aan de goede kant van de nullijn dus. Het betekent een forse stap terug na de veelbelovende start in 2011.

Nederland vormt geen uitzondering. In de eurozone als geheel nam de groei af van 0,8 procent in het eerste kwartaal tot 0,2 procent in het tweede. Duitsland, de grootste economie, liet een vertraging optekenen van een sterke 1,3 procent tot een uiterst magere 0,1 procent. De snelheid lijkt er opeens volledig uit.

Volgens het Centraal Planbureau (CPB) vertoonde de wereldhandel in juni een abrupte omslag, de eerste daling sinds augustus 2009. Vooral in het eurogebied was de achteruitgang van export (min 4,3 procent) en import (min 5,5 procent) aanzienlijk.

In de loop van 2010 werd vaak gesproken over de kans op een spoedig einde van het herstel en een zogeheten dubbele dip tegen het einde van dat jaar. Ofwel: een tweede recessie kort na de vorige, eerder dan we op grond van het gebruikelijke patroon van de golfbeweging van de conjunctuur mogen verwachten. De pessimisten kregen ongelijk. Maar de laatste weken is de vrees ervoor helemaal terug. Mogelijk gaat het alsnog mis.

De consument speelt een cruciale rol in dit verband. Als hij de hand op de knip houdt, en er zijn volop aanwijzingen dat hij dat doet, pakt dat slecht uit voor de economie. Geld moet immers rollen; meer bestedingen leiden tot meer productie, meer werkgelegenheid. Vorige week deelde het CBS mee dat het consumentenvertrouwen is weggezakt tot het lage niveau van halverwege 2009. Enkele dagen geleden meldde die instantie dat de aankopen van de Nederlandse huishoudens in juni 0,9 procent achterbleven bij die van een jaar terug.

Geen wonder. Iedereen neemt kennis van allerlei slecht nieuws en dat bevordert dat mensen voorzichtig worden met hun uitgaven. Er zijn sombere berichten over de schuldenproblemen van eurolanden en over de koersen op de beurzen, maar eveneens over zaken die rechtstreeks de portemonnee raken. Zo staat de koopkracht onder druk doordat de inflatie sterker stijgt dan de lonen, heerst er onzekerheid over de pensioenen, kondigt het kabinet bezuinigingen af, onder meer in de sfeer van zorg en sociale voorzieningen.

Toen in de herfst van 2008 de vorige recessie onafwendbaar naderde, konden overheden nog tegengas bieden. Ze besloten tot grootscheepse programma’s om het tij te keren. Nu is de ruimte daarvoor afwezig. De omvang van begrotingstekorten en staatsschulden laat extra uitgaven niet toe. „De tijd van stimuleren is echt voorbij”, zoals minister De Jager recent benadrukte.

Burgers en bedrijfsleven zullen het dus alleen moeten doen. Meer consumeren, meer investeren; zeker niet minder. Alleen dan blijven we met z’n allen uit de recessie.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer