Volgens de Gambiaanse heeft de politicus Lubanga uit de Democratische Republiek Congo in 2002/03 honderden kinderen gerekruteerd als kindsoldaten, die moesten moorden, verkrachten en plunderen. De kinderen onder 15 werden als vechters getraind in een twintigtal kampen in de Noordoost-Congolese regio „Ituri, die groter is dan Nederland”.

Bensouda herinnerde eraan dat negen voormalige kindsoldaten tijdens het proces tegen Lubanga kwamen getuigen over „de verschrikkingen die zij probeerden te vergeten”. Kinderen die op weg naar school waren ontvoerd, „leefden in permanente angst”. Meisjes werden als seksslaven gehouden voor de commandanten. Het rekruteren van kindsoldaten is volgens Bensouda een „misdaad tegen de kwetsbaarsten en de zwaksten. Kinderen hebben moeders nodig, geen commandanten.”

Bensouda herinnerde aan een tijdens het proces getoonde video, volgens haar „een op band opgenomen bekentenis”. Daarop is Lubanga in militair uniform te zien, terwijl hij in een rekruteringskamp kindsoldaten aanmoedigt om te vechten.

Bensouda herinnerde eraan dat het ICC van 116 staten het mandaat heeft gekregen om kinderen tegen dit soort misdaden te beschermen: „Zij zijn niet alleen.”

Bensouda’s baas Luis Moreno Ocampo zat achterin de bankjes van de aanklagers mee te luisteren.