Het epicentrum lag een kleine 50 kilometer van Charlotteville in de staat Virginia. De beving werd tot op vele honderden kilometers afstand gevoeld. „Dit is een van de grootste aardbevingen aan de oostkust in lange tijd, minstens enkele decennia”, zei een woordvoerster van de Amerikaanse Geologische Dienst. Aardbevingen komen vaak voor in het westen van de Verenigde Staten, maar zijn aan de oostkust vrij zeldzaam.

De New Madrid-aardbeving in 1811-1812 is een van de bekendste.

Er zijn geen berichten over slachtoffers. Wel meldden de hulpdiensten in het District of Columbia, waarin Washington ligt, dat zij veel oproepen hadden gekregen. De Nationale Kathedraal, het hoogste gebouw in de hoofdstad, heeft volgens een woordvoerder schade opgelopen. Een aantal torenspitsen is afgebroken.

Vrijwel alle gebouwen in het centrum van Washington, 140 kilometer verwijderd van het epicentrum, moesten worden ontruimd. Nog verder naar het noordoosten, in New York, werden wolkenkrabbers geëvacueerd omdat ze op hun grondvesten stonden te schudden. Het vliegverkeer op de luchthavens John F. Kennedy en Newark kwam tijdelijk stil te liggen omdat het personeel de verkeerstorens moest verlaten. Ook in Washington en Philadelphia moesten verscheidene vluchten aan de grond blijven.