Ex-premier Kosovo opnieuw voor Tribunaal
DEN HAAG (ANP) – Rechters van het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag beginnen donderdag aan het eerste herstelproces in de geschiedenis van het VN-hof. Het gaat om het proces tegen Ramush Haradinaj, de ex-premier van Kosovo die wordt verdacht van oorlogsmisdaden.
De 43-jarige politicus werd in april 2008 in eerste aanleg vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Hetzelfde gold voor Idriz Balaj (39), die net als Haradinaj was beschuldigd van zes strafbare feiten, waaronder moord en marteling. Een derde verdachte, de 41-jarige Lahi Brahimaj, kreeg wel een gevangenisstraf opgelegd. Hij verdween voor 6 jaar achter de tralies.
De aanklager van het Joegoslavië-Tribunaal had 25 jaar celstraf geëist tegen alle drie verdachten. Tijdens het proces in eerste aanleg had de aanklager grote problemen te bestrijden. Getuigen wilden niet naar de rechtszaal komen, omdat zij werden bedreigd. De rechters besloten daarop vonnis te wijzen zonder de aanklagers de tijd te gunnen om twee cruciale getuigen alsnog naar Den Haag te krijgen.
In hoger beroep werd bepaald dat het proces tegen de verdachten gedeeltelijk moest worden overgedaan. De lagere rechters zouden in strijd hebben gehandeld met de beginselen van een eerlijk proces. Tijdens het nieuwe proces krijgt de aanklager alsnog de kans om aanvullend bewijs tegen de Kosovaarse verdachten te presenteren.
Haradinaj, Balaj en Brahimaj verblijven op dit moment in cellen in het detentiecomplex van de Verenigde Naties in Scheveningen. De verdachten waren in de jaren ‘90 regionale commandanten van het Kosovo-Bevrijdingsleger (UKK) van etnische Albanezen. Die waren in opstand gekomen tegen de Servische politie en het Joegoslavische leger.
Volgens de aanklagers heeft het UKK zich schuldig gemaakt aan moord, marteling, verkrachting, gruwelijke behandeling van personen, deportaties en etnische vervolging. De slachtoffers waren burgers die werden verdacht van ‘collaboratie’ met de Serviërs.