Buitenland

Analyse: Strijd Syrië gaat ook over invloed Iran

DAMASCUS – De crisis in Syrië is in eerste instantie een strijd tussen rebellerende demonstranten versus regime. Er sluimeren echter andere factoren, waardoor Syrië het nieuwe slagveld dreigt te worden waar de soennitische Arabische golfstaten de Iraanse invloed proberen in te dammen.

Van onze correspondent
15 August 2011 12:51Gewijzigd op 14 November 2020 16:11
Protest in Homs. Foto EPA
Protest in Homs. Foto EPA

Dit bleek vorige week nog, toen de Turkse minister-president Erdogan aan het einde van de iftarmaaltijd een aantal belangrijke opmerkingen maakte over Syrië.

Erdogan verklaarde om te beginnen dat „Turkije geen toeschouwer kan blijven bij wat in Syrië gebeurd. We moeten handelen.”

Het feit dat Erdogan de pers na de iftarmaaltijd, die de dagelijkse periode van vasten tijdens de ramadan afsluit, te woord stond, was niet zonder betekenis. Hiermee presenteerde Erdogan zich aan de wereld als een gelovig moslim.

Vervolgens zei Erdogan dat Turkije de ontwikkelingen in Syrië niet ziet als onderdeel van haar buitenlandse politiek, maar als een Turkse binnenlandse aangelegenheid. Hij verwees daarbij naar de 850 kilometer lange grens, die de beide 
landen van elkaar scheidt. Als laatste stelde Erdogan zelfverzekerd dat „de houding van Turkije de internationale positie zal bepalen. Syrië is geen Libië en niemand kan iets doen tegen Syrië zonder Turkije.”

Deze woorden van Erdogan werden door velen begrepen 
als een directe hint dat Turkije bereid is om militair in te grijpen in Syrië. Kemal Kiliçdaroğlu, 
de belangrijkste Turkse oppositieleider, waarschuwde Erdogan dat Turkije niet betrokken dient te raken bij een militaire 
operatie tegen Syrië. In de lezing van deze Turkse oppositieleider zouden de westerse NAVO-
landen Turkije en haar grondgebied willen misbruiken om een militaire aanval te lanceren tegen Syrië. De waarheid zou echter wel eens andersom kunnen zijn.

Vanaf het begin nam de Turkse AKP-regering van Erdogan, die ideologisch dicht bij de Syrische moslimbroeders staat, een uiterst assertieve houding aan jegens Damascus die velen, niet het minst het Damascusregime zelf, bevreemdde. In Istanbul vonden al in een vroeg stadium besprekingen plaats met de moslimbroeders.

Sinds het begin van de opstand in Syrië zijn bijna 20.000 Syriërs naar de Turkse provincie Hatay gevlucht. Dat leidde tot geruchten dat het Turkse leger op Syrisch grondgebied een zone van 15 kilometer wilde creëren die verboden terrein zou worden voor het Syrische leger. Geruchten die indertijd door Ankara werden ontkend, maar uiterst hardnekkig bleken te zijn.

Als antwoord op de waarschuwing van oppositieleider Kilicdaroglu verklaarde Erdogan dat Turkije in geen geval een aanval van buitenlandse mogendheden vanaf Turks grondgebied zou toestaan tegen Syrië. Een militaire aanval van Turkije zelf lijkt in de visie van Erdogan echter geen aanval van een buitenlandse mogendheid te zijn. Hij ziet de gebeurtenissen in Syrië immers als een interne Turkse aangelegenheid. De regering van Erdogan lijkt een eigen agenda na te streven in Syrië die volgens sommigen verbonden is met haar neo-Osmaanse politieke aspiraties.

Enkele dagen na de dreigende woorden van Erdogan vertrok de Turkse minister van Buitenlandse Zaken naar Damascus, waar hij een zes uur durend onderhoud had met de Syrische leiding. Hij bracht volgens Erdogan de boodschap over „dat het geduld van Ankara opraakte.” Turkse bronnen wisten te melden dat Ankara op het punt zou staan de Syrische president Bashar al-Assad te laten vallen. In Turkse kranten werd het onderhoud van de Turkse minister van Buitenlandse Zaken met het Syrische leiderschap een laatste „vaarwelontmoeting” genoemd. In Arabische media gonst het van de geruchten dat Turkije het Syrische regime vijftien dagen uitstel zou hebben gegeven.

De komende weken worden bezoeken verwacht van Erdogan aan de Verenigde Staten, Europa en de Arabische golfstaten. In de Arabische wereld worden de geruchten daardoor nog sterker dat Turkije een militaire operatie tegen Syrië zou overwegen die gedoogd zal worden door het Westen en eventueel gefinancierd door de rijke golfstaten. Vooral Saudie-Arabië zou hierbij een cruciale rol spelen.

Het lijkt niet toevallig dat nauwelijks 48 uur na de waarschuwende woorden van Erdogan de Saudische vorst Abdullah onverwachts naar buiten trad met een sterke veroordeling van het geweld in Syrië. Hij riep de Syrische president op democratische hervormingen door te voeren.

Er wordt wel gesteld dat de Saudische vorst, die zichzelf ziet als de leider van de soennitische wereld, niet langer kon zwijgen na de beelden van het geweld in de Syrische stad Hama. Er circuleert echter ook een andere verklaring. De stad Hama staat reeds bijna een maand in het brandpunt van de internationale aandacht en in die zin kwam de reactie van de Saudische vorst rijkelijk laat.

Koning Abdullah sprak echter na het begin van de ongeregeldheden in de Oost-Syrische stad Deir Zur, die grenst aan de Iraakse provincie Anbar. Dit gebied wordt bewoond door een aantal Arabische stammen waaronder de Shammar. Leden van deze Shammarstam vormen een belangrijk onderdeel van de persoonlijke lijfwacht van de Saudische vorst Abdullah en bovendien was de moeder van koning Abdullah afkomstig uit deze stam. Dit zou de achtergrond zijn van de Saudische verklaring over Syrië.

De crisis in Syrië is in eerste instantie zonder meer de strijd tussen rebellerende demonstranten tegen het regime. Onder de oppervlakte echter sluimeren hele andere factoren en dreigt Syrië het nieuwe slagveld te worden waar de soennitische Arabische golfstaten de Iraanse invloed proberen te bestrijden. In de optiek van Saudi-Arabië en Turkije wordt met het ten val brengen van het Assadregime in Syrië een gevoelige klap toegebracht aan Iran. Het zou in

Syrië de soennitische meerderheid aan de macht brengen en achter de schermen lijken Turkije en Saudi-Arabië reeds te werken aan toekomstige invloedssferen.

Er zijn aanwijzingen dat er met name in Turkije wordt nagedacht over een mogelijk militaire interventie in Syrië. Dit zou een zeer gevaarlijke ontwikkeling zijn, want het is bijna zeker dat in dat geval Iran niet zal zwijgen. In Sobhe Sadegh, een tijdschrift van de Iraanse Revolutionaire Garde, werd onlangs ondubbelzinnig gesteld dat „Iran, als het moet kiezen tussen Syrië en Turkije, zonder meer de Syrische zijde zal kiezen.”

De Syrische crisis begint steeds gevaarlijker internationale proporties aan te nemen en heeft reeds alarmerende repercussies in de buurlanden. In de Libanese stad Tripoli speelden zich dodelijke aanvaringen af tussen soennieten en alawieten, terwijl in de stad Tarablus wekelijks tegen het Syrische regime gerichte demonstraties plaatsvinden. In Irak eisen de soennieten, duidelijk geïnspireerd door het soennitisch „herontwaken” in buurland Syrië, sinds enkele weken een eigen onafhankelijke staat.

En als klap op de vuurpijl doet ook de Koerdische PKK weer volop van zich horen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer