Tevredenheid over excuses Rutte
DEN HAAG (ANP) – Een meerderheid van de Tweede Kamer waardeert het dat premier Mark Rutte excuses heeft gemaakt voor verwarring die hij veroorzaakte met zijn uitleg van een recent steunpakket aan Griekenland. Toch blijven er voor de oppositie nog veel vragen in de lucht hangen.
Rutte gaf de uitglijder vrijdag na de ministerraad toe. „Ik heb verwarring laten ontstaan. Het is mijn taak om dat te voorkomen. Ik bied daarvoor mijn excuses aan. Het is een fout”, aldus de premier. Rutte rekende na de top van 21 juli voor dat de Grieken 109 miljard euro steun krijgen, waarvan 50 miljard van banken en verzekeraars. Maar andere leiders telden de 50 erbij op en kwamen op 159 miljard steun.
Tussen regeringsleiders was er echter niet afgesproken welke horizon ze zouden nemen. Rutte zegt nu dat hij er beter aan had gedaan „het hele plaatje tot aan 2020” te vertellen, maar richtte zich naar eigen zeggen te veel op de acute nood bij Griekenland op de kortere termijn, tot aan 2014.
Rutte was om de doublure de afgelopen weken onder vuur komen te liggen van de oppositie. PvdA en D66 waarderen de excuses van Rutte. Wel willen ze inhoudelijk met de premier van gedachten wisselen over details uit het steunpakket. „Het feit blijft dat het pakket dat is afgesproken twee keer zo groot is als eerder in de Tweede Kamer besproken is”, aldus PvdA-Kamerlid Ronald Plasterk. Het kabinet heeft steun vanuit de oppositie nodig om een meerderheid achter zijn steunmaatregelen voor Griekenland te krijgen. Gedoogpartner PVV is namelijk sowieso tegen.
CDA en PVV waren ook tevreden met de knieval van Rutte over de miljardensteun.
SP en GroenLinks zijn daarentegen nog niet tevreden. Zij eisen dat Rutte volgende week in een Kamerdebat toegeeft dat hij fout zat toen hij sprak over 109 miljard in plaats van 159 miljard. „Het gaat mij niet om excuses”, aldus SP-Kamerlid Ewout Irrgang. „Rutte lijkt zich nog steeds te verschuilen achter het verhaal dat er meerdere interpretaties mogelijk zijn.” GroenLinks-Kamerlid Bruno Braakhuis verwacht een „buiging”. „Ik ga er vanuit dat een motie van wantrouwen niet nodig is.”
Verwijten van de oppositie dat Rutte te weinig leiderschap heeft getoond rondom de bestrijding van de Europese schuldencrisis wuifde hij weg. Een extra ministerraad wegens de crisis had volgens de premier eerder een negatief effect gehad. „Dan denken ze: Rutte komt terug, wat is er aan de hand?”
