Kerk & religie

Russische baptisten maken radicale keuzes

De Broederschap van niet-geregistreerde baptisten in de voormalige Sovjet-Unie herdenkt deze zomer haar 50-jarig bestaan. Het kerkverband telt zo’n 70.000 volwassen leden en 55.000 minderjarigen, verspreid over een bijna oneindig territorium van 22.402.200 vierkante kilometer. Een historisch overzicht.

Anke van Vlastuin
11 August 2011 21:47Gewijzigd op 14 November 2020 16:09
Een man met zijn kinderen in de kerk. Foto Anke van Vlastuin
Een man met zijn kinderen in de kerk. Foto Anke van Vlastuin

Vanouds is Rusland een orthodox land. Vanwege de scheiding die in 1054 ontstond tussen de Rooms-Katholieke en de Oosters-Orthodoxe Kerk is de Reformatie van de zestiende eeuw aan het Russische volk voorbijgegaan.

Op een andere manier kwam de bevolking in contact met het westerse protestantisme: de Russische tsaar Peter de Grote (1672-1725) haalde militairen en vakmensen uit West-Europa naar zijn land. Onder hen bevonden zich veel protestanten, die hun eigen gemeenten stichtten. Er ontstonden meerdere lutherse gemeenten en in Sint-Petersburg is zelfs een hervormde gemeente geweest voor Nederlanders. Na verloop van tijd bevonden zich rond Sint-Petersburg evangeliechristenen, in Oekraïne ”stundisten” (genoemd naar de ”Bibelstunden” die zij organiseerden) en baptisten in Zuid-Rusland en in de Kaukasus.

Vervolging

De aloude Orthodoxe Kerk en de Russische regering wisten niet goed hoe zij moesten omgaan met deze snelgroeiende bewegingen. In 1888, bij de herdenking van de doop van vorst Vladimir in 988, begonnen zij drastische maatregelen tegen hen te nemen. Ze werden buiten de kerk geplaatst en op deze manier gedwongen eigen gemeenten te stichten. In 1893 werd een wet uitgevaardigd die bepaalde dat onder andere bijeenkomsten van stundisten waren verboden, dat hun kinderen door orthodoxe familieleden of lokale geestelijken opgevoed dienden te worden en dat een verkondiger van deze ketterse leer gevangenisstraf kon krijgen of zelfs verbannen kon worden naar Siberië. De vervolging was een feit.

Organisatietalent

Met hulp van Duitse baptisten, die in deze periode als immigrant in Rusland woonden, ontstonden verspreid over het uitgestrekte land gemeenten. Al snel wisten de baptisten hoe zij een gemeente moesten organiseren: deze werd geleid door een presbyter en diakenen, die waren gekozen door mannelijke gemeenteleden.

Het organisatietalent van de leidinggevenden leidde in 1884 tot de oprichting van de Unie van Russische Baptisten. Deze unie werd in 1905 legaal verklaard, omdat er een periode van tolerantie was aangebroken.

Deze vrijheid duurde echter niet lang. In 1914 brak de Eerste Wereld­oorlog uit en de baptisten werden gebrandmerkt als aanhangers van een Duitse, dus vijandelijke, religie. Kerkgebouwen werden weer gesloten en baptisten werden opnieuw verbannen.

Toch is deze periode niet slecht geweest voor de groei van het aantal baptisten. In buitenlandse krijgsgevangenkampen getuigden zij van hun geloof. Het gevolg was dat grote groepen Russen na de oorlog terugkeerden als baptist.

Vrijheid

Toen de communisten in 1917 onder leiding van Lenin de macht hadden gegrepen, richtten zij zich eerst tegen de Russisch-Orthodoxe Kerk, omdat die altijd een nauwe band met het tsarenregime had gekend. De invloed van deze kerk moest worden ingeperkt, wat tot gevolg had dat kerkelijke goederen in beslag werden genomen en priesters werden ontslagen.

Het communisme stond in eerste instantie niet negatief tegenover baptistengemeenten, omdat veel communisten voorafgaand aan de revolutie met baptisten in gevangenissen hadden gezeten en met hen bevriend waren geraakt. Een bekende baptistenvoorganger, Pavlov, heeft zelfs de mogelijkheid gehad om aan Lenin het Evangelie te verkondigen. De baptisten gebruikten deze periode van vrijheid om te evangeliseren, Bijbels te drukken en te verspreiden en Bijbelscholen te openen. In de jaren twintig groeiden de baptisten- en de evangeliegemeenten enorm.

Registratie

Deze groei kwam echter onder sterke druk te staan na het overlijden van Lenin. Door uitvaardiging van de wet op de religieuze verenigingen in 1929 door de nieuwe leider, Jozef Stalin, nam de dreiging voor de baptisten toe. De nieuwe wet hield in dat godsdienstige gemeenschappen zich moesten laten registreren om het recht te behouden activiteiten te ontplooien en kerkdiensten te beleggen. Het kerkelijk leven moest worden beperkt tot het houden van zondagse erediensten.

Het effect van deze wet is enorm geweest. Kerkgebouwen moesten dicht, christelijke lectuur kon niet meer verschijnen en opleidingsscholen werden gesloten. Vooral in de jaren dertig werd een talrijk aantal christenen gearresteerd en verbannen. Schattingen geven aan dat er in dit decennium ongeveer 22.000 evangelische christenen en baptisten in kampen zijn overleden.

De Tweede Wereldoorlog bracht paradoxaal genoeg enige verlichting. Stalin had de hulp van alle inwoners nodig, dus veel gelovigen werden vrijgelaten en op beperkte schaal mochten zij weer samenkomsten beleggen. Na de oorlog bleef deze soepele houding enigszins gehandhaafd, totdat de communistische leiding zich ongerust begon te maken over de toenemende invloed van godsdienst op burgers. Het was vooral Chroesjtsjov die eind jaren vijftig nieuwe en strengere maatregelen afkondigde, waardoor kerken hun deuren opnieuw moesten sluiten en de controle op de gelovigen werd verscherpt.

Eenheid en onenigheid

Gedurende de jaren veertig en vijftig bestond het protestantisme in Rusland uit diverse groeperingen. De grootste groepen vormden de evangeliechristenen en de baptisten, maar er waren ook mennonieten en diverse pinkstergemeenten. Omdat er een verlangen was naar eenheid kwam het in 1945 tot de oprichting van de Unie van Evangeliechristenen-baptisten.

Tijdens de heftige vervolgingen onder het bewind van Stalin hadden de gemeenten binnen de unie veel steun aan elkaar, maar in het begin van de jaren zestig ontstond er een conflict waarvan de gevolgen nog steeds in het protestantse leven van Rusland te zien zijn. De overheid vaardigde instructies uit, met daarin onder meer verboden om jongeren onder de achttien jaar te dopen en om tijdens erediensten tot bekering op te roepen. De unie had inmiddels statuten op papier staan die gedeeltelijk in lijn waren met wat de communisten wilden.

Radicale keus

Een actiegroep bestaande uit gerespecteerde baptistenvoorgangers gaf in augustus 1961 in een brief aan de unie aan dat men zich zorgen maakte over deze ontwikkelingen. De actiegroep stelde voor een congres te beleggen waarop gesproken zou worden over de nieuwe statuten en over de noodzaak tot geestelijke vernieuwing. Vanwege dit initiatief worden deze actievoerders ook ”initiativniki” genoemd.

Deze brief wordt door de initiativniki gezien als het begin van een nieuwe broederschap; in 1965 organiseerden deze baptistengemeenten zich in de Raad van Kerken der Evangeliechristenen en Baptisten. In West-Europa staat deze groep bekend als de ”niet-geregistreerde baptisten”.

De gemeenteleden hebben een goede naam vanwege hun puriteinse levenswandel, ijver, sociale bewogenheid en hun missionaire gedrevenheid. Hun levenswijze kenmerkt zich door onder andere wereldmijding, het afwijzen van televisiebezit, door ingetogen kledij en haardracht van de vrouw en de afwijzing van voorbehoeds­middelen. Levenswijze en gedachtegoed zijn dan ook in tal van opzichten te vergelijken met die van de bevindelijk gereformeerden in Nederland.

De initiatiefbaptisten maakten in de jaren zestig een radicale keus. Zij konden de godloze overheid met haar atheïstische wet niet gehoorzamen, want men wilde God ongebonden kunnen dienen. De tekst uit Job 6 op de titelpagina van een jubileumboek geeft helder aan hoe men terugkijkt op de beslissing die toen moest worden genomen: ”O, hoe krachtig zijn de rechte redenen!”

Zaterdag en zondag vindt in Rusland een jubileumviering van de Broederschap van niet-geregistreerde baptistengemeenten plaats. Een extra viering wordt op 27 en 28 augustus in Wit-Rusland gehouden.

De auteur is bestuurslid van Stichting Charité, een organisatie die actief hulp verleent in Wit-Rusland.


Repressie anno 2011

In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw realiseerden de communistische leiders zich dat zij de christenen nodig hadden in de strijd tegen alcoholisme, drugs­verslaving en het verval van allerlei andere normen. In 1990 werd daarom een nieuwe godsdienstwet aangenomen: de wet van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken op de gewetensvrijheid en de godsdienstige organisaties. De kerken kregen toestemming om de miljoenen uit het buitenland ontvangen Bijbels uit te delen; de niet-geregistreerde baptisten maakten van de gelegenheid gebruik om intensief te evangeliseren.

De jaren negentig waren een bloei­tijd voor de baptisten. Men kon in alle vrijheid evangeliseren in kinder- en bejaardentehuizen, in gevangenissen en op scholen en universiteiten. Vanuit het buitenland ontving men steun voor de financiering van geestelijke lectuur, die verspreid werd via straat­bibliotheken. De gemeenten groeiden.

Anno 2011 is de situatie veel zorgelijker. De Sovjet-Unie is uiteengevallen; in verschillende republieken is sprake van een morele en een politieke crisis. Baptisten worden in een kwaad daglicht gesteld, omdat zij de immorele westerse waarden het land zouden hebben binnengebracht en op deze manier de Russische identiteit schade zouden hebben berokkend.

De afgelopen jaren zijn er enkele kerkgebouwen in brand gestoken of met explosieven vernield. In Wit-Rusland is het verboden om met behulp van straatbibliotheken te evangeliseren, in Turkmenistan
worden kerkdiensten door de politie verstoord.

Maar ondanks de groeiende repressie in sommige regio’s zijn de niet-geregistreerde baptisten niet bang; ze gebruiken de vrijheid die er nog is om te getuigen van de Weg, de Waarheid en het Leven.


Russisch-Orthodoxe Kerk

De Russische Kerk ontstond in 988, toen grootvorst Vladimir van Kiev zich liet dopen en het christelijk geloof officieel als staatsgodsdienst aannam. De kerk heeft ten tijde van het communistische bewind ernstige vervolgingen moeten ondergaan; kerkgebouwen werden verwoest, iconen vernietigd en mensen konden hun kinderen alleen in het geheim laten dopen.

Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie maakt de Russisch-Orthodoxe Kerk een opleving door; kerkgebouwen worden gerestaureerd en met financiële steun van welvarende zakenmensen worden nieuwe kerken gebouwd.

In de diensten zingt een koor traditionele, geestelijke liederen zonder muzikale begeleiding, iconen van heiligen worden bewierookt en er wordt een deel uit een van de Evangeliën voorgelezen. De aanwezige gemeenteleden staan soms urenlang om op deze manier hun eerbied voor het heilige te uiten. De Woordverkondiging neemt een zeer kleine plaats in.

De relatie met baptistengemeenten verschilt per regio. Er zijn plaatsen waar beide kerken in rust naast elkaar bestaan, maar er zijn ook gebieden waar de orthodoxe kerken zich zeer negatief uitlaten over „die sekten.” Omdat de invloed van de Orthodoxe Kerk in overheidsinstellingen soms zeer groot is, kan men op die manier bijvoorbeeld voorkomen dat een baptist docent wordt aan een universiteit.

Gelukkig zijn er ook voorbeelden van orthodoxe priesters die Bijbelstudies organiseren en oproepen tot morele bekering.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer