Uitleg: Orde van de Tempeliers
APELDOORN – ”Ridder in de Orde van de Tempeliers”. Zo noemt de dader van de terreurdaden in Noorwegen zich in het 1500 bladzijden tellende manifest waarin hij zijn motieven toelicht. Een echte tempelier is hij niet. Die orde, actief tijdens de kruistochten, werd lang geleden opgeheven. Sindsdien bestaan er wel veel mythes over de organisatie.
OPRICHTING: De Orde van de Tempeliers is een zogeheten geestelijke ridderorde. Hij ontstond in de Franse streek Champagne en in Zuid-België. Dat gebeurde in de nasleep van de eerste kruistocht, die plaatshad tussen 1095 en 1099. Tijdens die tocht werd Jeruzalem door christelijke legers veroverd op de moslims. Onderweg sloegen de kruisridders aan het plunderden. Bovendien bleven rond Jeruzalem moslimstrijders zich opmaken voor een herovering van de stad. De tempeliers weerden kruisvaarders af die onderweg naar het Heilige Land aan het plunderen sloegen. Bovendien ondersteunden ze de kruislegers in de verdediging van Jeruzalem. De oprichting van de orde had plaats rond 1115, maar het duurde tot 1129 voordat de Rooms-Katholieke Kerk de orde aanvaardde. Godfried van Bouillion was een van de ridders die betrokken waren bij de oprichting van de orde.
KARAKTER: De tempeliers waren niet alleen vechtjassen. Hun orde had ook een geestelijk karakter. Een groot aantal leden was monnik. Aanvankelijk lag het accent van het werk van de orde op zaken zoals het beschermen van armen, weduwen, wezen en kerken. Later stond de militaire taak voorop. In Jeruzalem zouden de ridders van de orde zich hebben beziggehouden met het opgraven van schatten uit de tijd van de Bijbel. Hun doel daarbij was niet altijd zo hoogstaand als ze het deden voorkomen. Veelal zouden ze op goud uit zijn geweest. Of de opgravingen ook werkelijk hebben plaatsgehad, wordt heden ten dage betwijfeld. Archeologen hebben in de achterliggende eeuw geen sporen van plunderingen in de 12e en de 13e eeuw gevonden.
LIDMAATSCHAP: De tempeliers hanteerden de gelofte van armoede. Wie zich aansloot, moest wereldse bezittingen aan de orde overdragen .
BIJZONDERE STATUS: De Orde van de Tempeliers kreeg binnen de Rooms-Katholieke Kerk een aparte status. Hij hoefde geen belasting te betalen en had het recht om wereldse bezittingen te hebben. Aan koningen hoefde geen verantwoording te worden afgelegd. Daardoor, en door de vele rijke ridders die hun bezittingen afstonden bij hun intreding, was de orde al snel een van de rijkste van Europa. Het duurde niet lang of de tempeliers gingen bankieren. Zo werd er door de tempeliers veel geld geleend aan de Franse koning. Dat zou later hun ondergang worden. Ook knoopten ze handelsrelaties aan met Arabieren. Op het hoogtepunt van de orde hadden de tempeliers zo’n 2500 leden.
VESTIGINGSPLAATS: De tempelorde had zijn basis in het paleis van Boudewijn de tweede, koning van Jeruzalem. Het paleis lag naast de nu nog bestaande al-Aqsamoskee, gebouwd bij de plaats waar vroeger de tempel stond. De moskee werd hernoemd tot Salomonstempel en de nabijgelegen rotskoepel werd tot kerk gewijd.
KLEDING: De tempeliers droegen witte gewaden met daarop een met dubbele streep uitgevoerd rood kruis.
TWEE GROEPEN: De Orde van de Tempeliers bestond uit twee hoofdgroepen: tempeliers en tempelbroeders. De tempeliers waren de elitetroepen, alleen zonen van ridders behoorden hiertoe. De tempelbroeders waren geen ridder. Ook wat hun opstelling tegenover moslims betreft waren er twee groepen. Een deel knoopte handelsrelaties aan met Arabieren rond Jeruzalem, terwijl een aantal anderen de moslims met het zwaard wilde bestrijden. Ze maakten veel slachtoffers, maar moesten zelf ook verliezen incasseren. In 1187 werd Jeruzalem heroverd door de moslims. Daarbij vielen veel slachtoffers, ook onder de tempeliers. Desondanks bleef de orde nog tot 1290 actief vanuit de havenstad Akko.
OPHEFFING: De macht die de tempeliers ontwikkelden dankzij hun bankiersbestaan keerde zich in de 14e eeuw tegen hen. De Franse koning Filips de Schone, die aanzienlijke schulden had bij de tempeliers, liet de leidslieden arresteren. Dit gebeurde op vrijdag 13 oktober 1307. Dat zou de aanleiding zijn geweest om voortaan ”vrijdag de 13e” als ongeluksdag te beschouwen. Op de achtergrond speelde een machtsstrijd tussen Rome en de Franse koning over geld en politieke macht. De bezittingen van de orde vervielen aan de koning. De laatste grootmeester van de tempeliers, Jacques de Molay, stierf in 1314.
DA VINCI CODE: De Orde van de Tempeliers komt voor in het boek ”De Da Vinci Code” van Dan Brown, een mystiek-spiritistisch boek over de wereldgeschiedenis. De wijze waarop de orde in het boek wordt aangehaald, strookt op veel punten aantoonbaar niet met wat historische documenten zeggen. Zo zou de orde zijn opgericht door de Priorij van Sion, wat niet klopt. De tempeliers zouden in Jeruzalem een schat hebben gevonden onder de ruïnes van de Tempel van Salomo waardoor ze opeens schatrijk werden. De schat bestond uit een groot aantal documenten die bewezen dat Jezus en Maria Magdalena getrouwd waren en nageslacht kregen. Dit gegeven zou vernietigend zijn voor het christelijke geloof. Daarom werden de tempeliers in opdracht van de paus in 1307 uitgeroeid.
VRIJMETSELAARS: In kringen van vrijmetselaars en spiritisten doet het verhaal de ronde dat de Orde van de Tempeliers eeuwenlang in het geheim is blijven bestaan. Hij zou zelfs een rol hebben gespeeld bij de Franse Revolutie. Ook is er sprake van grote schatten die door de tempeliers zijn verborgen en, bijvoorbeeld in Rennes-le-Château, zijn teruggevonden. Daarvoor is echter geen bewijs.
INSPIRATIEBRON: Voor Anders Breivik vormde de Orde van de Tempeliers een inspiratiebron. Hij zag ze als strijders tegen de moslimoverheersing. Wat hij over het hoofd zag, is dat tempeliers vaak gematigder optraden tegen moslims dan andere kruisridders.
RECENTE ONTWIKKELING: Tot 2007 stond de Orde van de Tempeliers bij het Vaticaan nog in de boeken als een ketterse organisatie. In dat jaar werd die aanduiding geschrapt. Aanleiding vormde de vondst van archiefstukken die nieuw licht wierpen op de opheffing van de orde. De tempeliers zouden onder druk van de Franse koning door de paus tot ketters zijn verklaard. Dit gebeurde mede nadat de Franse koning twee pausen liet vermoorden, om vervolgens een hem welgezinde kerkleider op de Heilige Stoel te krijgen.