Kerk & religie

Groot deel Noren ziet kerk zelden vanbinnen

Noorwegen kent al bijna vijf eeuwen een protestantse kerk: de Norske Kirke. Van deze staatskerk, die een luthers karakter heeft, zijn bijna alle Noren lid. Een groot deel van de bevolking ziet echter niet meer dan eens per jaar een kerk­gebouw vanbinnen.

25 July 2011 11:40Gewijzigd op 14 November 2020 15:56
Foto EPA
Foto EPA

GESCHIEDENIS: De geschiedenis van de lutherse staatskerk in Noorwegen begint in 1537. In dat jaar breken de autoriteiten van Denemarken-Noorwegen, dat dan nog één rijk vormt, met Rome.

STAATSKERK: Vandaag de dag is de Norske Kirke, die in de lutheraanse traditie staat, nog steeds de staatskerk. Deze vorm van aansturing is verschillende keren tegen het licht gehouden. Voor het laatst gebeurde dst in 2000. Een onderzoekscommissie die toen aan het werk werd gezet, bepleit een ontvlechting van kerk en staat. Mogelijk wordt de uitvoering hiervan in 2012 in gang gezet.

BESTUURSVORM: De kerk kent een episcopaal-synodale bestuursvorm. Dit betekent dat het parlement zeggenschap heeft over de gang van zaken. Voorgangers zijn ambtenaren en de koning is formeel het hoofd van de kerk. De kerk heeft een bestuursvorm die te vergelijken is met een zelfstandig bestuursorgaan in Nederland. Tot 1997 was dat anders: toen viel de kerk rechtstreeks onder de regering. Als het gaat over geloofsinhoudelijke kwesties heeft de synode het laatste woord. De kerk telt bijna 1280 parochies (gemeenten) en 12 bisdommen. De parochieraden (kerkenraden) worden gekozen door de leden van de kerk en hebben een zittingsduur van vier jaar.

LIDMAATSCHAP: Wie lid wil worden van de kerk moet gedoopt zijn, woonachtig zijn in Noorwegen of in het buitenland wonen maar in het bezit zijn van de Noorse nationaliteit. Ieder lid van 15 jaar en ouder is stemgerechtigd bij kerkelijke verkiezingen.

Kerkgang: Onderzoek van begin dit jaar toont aan dat een doorsneelid van de Noorse kerk gemiddeld één keer per jaar een kerkgebouw vanbinnen ziet. Als bij de berekening niet het bezoek van doopdiensten was meegenomen, zou het aantal lager zijn uitgevallen. De kerkgang loopt het sterkst achteruit in de steden. In dorpen op het platteland is weliswaar ook sprake van een teruggang, maar die is minder sterk.

CONFLICTEN: De achterliggende tien jaar ontstond er onenigheid over de vraag of homohuwelijken kerkelijk kunnen worden ingezegend. De staat besliste dat daarvoor ruimte moest zijn. Sinds 1 januari 2009 kent Noorwegen het homohuwelijk. Dergelijke relaties kunnen niet kerkelijk worden ingezegend als gevolg van het besluit van de synode. Wel kan er gebeden worden voor de echtelieden. De kerk biedt sinds 2007 ruimte aan homoseksuele ambtsdragers, al wordt het aan de verantwoordelijkheid van individuele bisschoppen overgelaten of deze homoseksuelen benoemen.

BIJBELGETROUWE STROMING: De Noorse Kerk kent een kleine Bijbelgetrouwe stroming met piëtistische kenmerken. Deze zijn vooral te vinden in de zogeheten zendingsgenootschappen. Een voorbeeld hiervan vormt de Noorse Lutherse Missie. De vroegere voorman van dit genootschap, Ola Tulluan, dreigde enkele jaren geleden uit de kerk te stappen naar aanleiding van het mogelijk toestaan van de inzegening van homohuwelijken. De zendingsgenootschappen maken veelal deel uit van de Norske Kirke, maar komen samen in een eigen gebouw, het zogeheten bedehus. Voor doopplechtigheden en huwelijksinzegeningen zijn deze genootschappen echter aangewezen op de staatskerk. Binnen de staatskerk zijn ook diverse behoudende predikanten, maar is niet sprake van één of meerdere stromingen.

AANSTELLING PREDIKANTEN: Afgestudeerde theologen kunnen solliciteren naar een vacature voor predikant. Het is niet ongebruikelijk dat een flink aantal belangstellenden reageert op een vacature. Gemeenten hebben invloed op de benoeming van een predikant die past bij de ligging van de plaatselijke kerk. De uiteindelijke benoeming heeft plaats door de bisschop.

INSTITUTEN: Voorgangers in de Noorse staatskerk worden opgeleid aan universiteiten. De theologische faculteit van de universiteit van Oslo is daarvan de belangrijkste. Door conflicten over de koers van de kerk ontstond in 1907 de onafhankelijke Teologiske Menighetsfakultet. Belangrijke voorman van deze onderwijsinstelling was Ole Hallesby (1879-1961), die ook buiten Noorwegen bekendheid kreeg. Een andere bekende theoloog die aan de faculteit werd opgeleid, is Olav Fykse Tveit, de huidige algemeen secretaris van de Wereldraad van Kerken.

ANDERE KERKEN: De overgrote meerderheid van de Noren, zo’n 85 procent, is lid van de staatskerk. Er is een aantal andere geloofsgemeenschappen. De Rooms-Katholieke Kerk, baptistengemeenten en de Methodistenkerk trekken elk ongeveer 1 procent van de bevolking. Een kleine 2 procent van de 4,7 miljoen Noren is moslim.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer