Op de valreep kondigden twee vrouwen aan het verbod aan te vechten bij het Grondwettelijk Hof. Zij menen dat de regel indruist tegen de grondwet. Het verbod zou de vrijheid van godsdienst schenden en zou ook buiten proportie zijn als manier om de openbare veiligheid te garanderen.

Een van de vrouwen kreeg eerder gelijk in een procedure tegen de gemeente Etterbeek, waar het dragen van elk hoofddeksel is verboden waarbij het gezicht wordt verborgen. De rechtbank oordeelde dat het verbod niet in verhouding stond tot de beoogde verhoging van de veiligheid.

België had ruim een jaar geleden het eerste land met een boerkaverbod kunnen worden, maar de val van de regering belemmerde dat.