Erop of eronder bij top over schuldencrisis
BRUSSEL – Sommigen spreken van de week van de waarheid in de schuldencrisis. Erop of eronder. Morgen komen de leiders van de eurolanden in spoedzitting bijeen. Slagen zij er niet in een vertrouwenwekkende aanpak te presenteren, dan dreigt de zaak uit de hand te lopen.

Aanvankelijk was het de bedoeling om de hele zomer verder te praten over een tweede steunoperatie voor Griekenland en pas na de vakantie daarover knopen door te hakken. Maar die tijd wordt de regeringen niet gegund.
De financiële wereld beschouwt het uitblijven van een besluit als een bewijs van onmacht. Het beeld van talmende politici roept de vrees op dat ook zij het niet meer weten. Het geloof in een keer ten goede raakt zo snel op.
Begin vorige week hebben de ministers van Financiën langdurig vergaderd. Zij herbevestigden op een A4’tje hun „onvoorwaardelijke verbintenis om de stabiliteit in het eurogebied veilig te stellen.” Maar concrete maatregelen boden zij niet. Er was geen zichtbare vooruitgang. De verdeeldheid duurde voort.
Op de markten heerst spanning. De problemen escaleren. Bij de obligatiehandel stijgt de rente voor Italië en Spanje, waardoor die zuidelijke naties op zeker moment niet meer kunnen lenen tegen een door deze landen op te brengen vergoeding. De aandelenkoersen zakken in dit klimaat van grote onzekerheid weg. Het zijn signalen dat er hoe dan ook iets moet gebeuren. Langer wachten, langer doormodderen is geen begaanbare weg. De politiek dient haar verantwoordelijkheid te nemen, luidt de boodschap.
Tegen die achtergrond opperde EU-president Van Rompuy om vrijdag al een extra top te houden. Duitsland blokkeerde dat. Eerst moet er een afgerond plan op tafel liggen; een overleg dat hoge verwachtingen wekt en niets oplevert, werkt immers averechts, benadrukte bondskanselier Merkel.
Toch zullen premier Rutte en zijn Europese collega’s nu met elkaar in conclaaf gaan, morgen om twaalf uur in Brussel. Wat het resultaat zal zijn, daarover wordt druk onderhandeld. Succes is tot dusver niet verzekerd. Het blijft gissen wat er uit de bus rolt. Merkel trapte dinsdag al op de rem. Reken niet op spectaculaire beslissingen, gaf zij aan.
Forse meningsverschillen hebben in de afgelopen weken de sfeer vertroebeld. In Duitsland en Nederland eisen de parlementen, als vertolkers van wat er leeft onder de burgers, dat niet alleen de overheden, en in het verlengde daarvan de belastingbetalers, opdraaien voor nieuwe kapitaalstromen richting Griekenland, maar ook de banken.
De Europese Centrale Bank (ECB) is daar mordicus tegen. President Trichet etaleert voortdurend zijn weerzin. De kredietbeoordelaars zullen bij die benadering de Grieken waarschijnlijk het predicaat van wanbetalers opplakken.
Er is niet één duidelijk recept voorhanden om de schuldencrisis te bestrijden. Tal van denkbare ingrepen zijn onder politici en economen in discussie, maar aan elk kleeft wel een bezwaar of risico.
Om enkele opties te noemen: staatspapier afwaarderen, het noodfonds uitbreiden, euro-obligaties invoeren, een bankenbelasting heffen, Griekenland bewegen uit de eurozone te stappen.
Niemand kan de precieze gevolgen voorspellen van een keuze voor het een of het ander. Dat maakt het lastig en beangstigend. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 weten we maar al te goed dat als het misgaat, er sprake kan zijn van een heftige kettingreactie.
Eén ding is in ieder geval helder: de top van morgen mag onder geen beding mislukken.