Buitenland

Saddams secretaris opgepakt

Abid Hamid Mahmud al-Tikriti, de secretaris van Saddam Hussein en de nummer vier op de lijst met 55 meest gezochte Irakezen, is in Irak gevangengenomen. Dat is woensdag in Washington bekendgemaakt.

Buitenlandredactie
19 June 2003 11:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:23
BAGDAD - Honderden Iraakse oud-strijders betoogden woensdag in Bagdad voor het hoofdkwartier van het Amerikaanse bestuur. Zij eisten de uitbetaling van hun soldij. Honderdduizenden Iraakse militairen raakten hun baan kwijt toen de Amerikaanse bewindvoerde
BAGDAD - Honderden Iraakse oud-strijders betoogden woensdag in Bagdad voor het hoofdkwartier van het Amerikaanse bestuur. Zij eisten de uitbetaling van hun soldij. Honderdduizenden Iraakse militairen raakten hun baan kwijt toen de Amerikaanse bewindvoerde

Niet eerder viel zo’n prominent lid van het verdreven Iraakse regime in Amerikaanse handen.

Mahmud, een verre neef van de gezochte Iraakse oud-president, gold na Saddam en diens zoon Qusay als de nummer drie in de Iraakse hiërarchie. Mahmud was degene die besliste wie toegang kreeg tot Saddam. Alleen zijn zoons Qusay en Uday zouden Saddam zonder Mahmuds tussenkomst hebben kunnen bezoeken. Volgens een Amerikaanse zegsman was hij een van de zeer weinigen die het volle vertrouwen van de Iraakse president genoten en de vraag is opgeworpen waarom Mahmud bij zijn arrestatie niet in Saddams gezelschap was. Volgens een bron bij de Amerikaanse defensie geloven bepaalde analisten van de inlichtingendienst steeds sterker dat Saddam en zijn zoons nog leven.

In de jaren ’90 kreeg Mahmud volgens Washington zeggenschap over een aantal veiligheidszaken. Zo zou hij verantwoordelijk zijn geweest voor de plaatsen waar Irak zijn massavernietigingswapens zou hebben verstopt. De Amerikanen hopen dan ook dat Mahmud hen niet alleen naar de verblijfplaats van Saddam, maar ook naar de verboden wapens in Irak zal leiden. Amerikaanse regeringsvertegenwoordigers hebben gezegd dat ze Mahmud voor de rechter willen brengen voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid die hem, gezien zijn hoge positie in het voormalige Iraakse regime, aangerekend kunnen worden.

Mahmud, de ruitenaas in het Amerikaanse kaartspel van gezochte leden van Saddams regime, werd maandag gearresteerd, meldde het Amerikaanse leger. Waar in Irak hij zich bevond meldde het Pentagon niet.

In Irak is het woensdag tot een nieuwe uitbarsting van geweld tussen Irakezen en de Amerikaanse bezettingsmacht gekomen. Door een aanslag op Amerikaanse militairen en tijdens een demonstratie tegen de Amerikanen vielen in totaal zeker drie doden.

Bij een schietpartij bij een tankstation in het centrum van Bagdad kwam een Amerikaanse militair om het leven. De soldaat van de Eerste Pantserdivisie werd vanuit een voorbijrijdende auto onder vuur genomen. Een andere militair raakte gewond. De daders konden ontkomen.

Sinds de val van het regime van Saddam Hussein kwamen door het anti-Amerikaanse verzet vijftien Amerikanen om het leven, blijkt uit cijfers van de Amerikaanse strijdkrachten. De Verenigde Staten schrijven de aanvallen vooral toe aan aanhangers van de verdreven president.

Het Witte Huis liet woensdag weten niet van plan te zijn meer troepen naar Irak te sturen om de Amerikanen te beschermen. „Hoeveel soldaten we ook hebben, er zijn altijd elementen die op onze troepen zullen schieten”, aldus woordvoerder Fleischer.

Tijdens de lopende Amerikaanse campagne tegen Iraakse verzetshaarden, ontdekten Amerikaanse troepen woensdag in twee boerderijen bij Tikrit ten noorden van Bagdad voor miljoenen euro’s aan dollar-, pond-, euro- en Iraakse dinarbiljetten en juwelen. Een deel van het geld zou zijn bedoeld als premie voor het doden van Amerikaanse soldaten. De Amerikanen pakten ook ongeveer vijftig Hussein-volgelingen op.

In Bagdad hebben Amerikaanse militairen zeker twee demonstranten doodgeschoten. De soldaten openden het vuur toen de betogers een militair konvooi met stenen bekogelden.

Bij de demonstranten ging het om oud-strijders die met honderden voor het hoofdkwartier van het Amerikaanse bestuur in Irak de uitbetaling van hun soldij eisten. Honderdduizenden Iraakse militairen raakten hun baan kwijt toen de Amerikaanse bewindvoerder voor Irak, Bremer, vorige maand het Iraakse leger ontbond.

Een van de belangrijkste islamitisch-sjiitische politieke groepen in Irak distantieerde zich woensdag van de recente aanvallen op Amerikaanse militairen. Volgens de Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak (SCIRI) worden de problemen in het land door de gewelddadige incidenten alleen maar erger.

De Britse regering kondigde aan gedetineerde Iraakse ex-topfunctionarissen tegemoet te komen als zij belangrijke informatie verstrekken over het Iraakse wapenarsenaal of over de verblijfplaats van Hussein. Volgens de Britse krant The Times wil Washington tot dusver niets van dergelijke deals weten.

Londen kijkt vooral naar de meer dan dertig opgepakte Irakezen die op de Amerikaanse lijst van meest gezochte personen staan. Zij hebben volgens de krant tot dusver weinig losgelaten over de vermeende massavernietigingswapens of over de plaats waar de Iraakse ex-president en zijn zonen verblijven.

Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR is de situatie in Irak niet stabiel genoeg om het terugsturen van honderdduizenden vluchtelingen te rechtvaardigen, heeft woordvoerder Dennis McNamara verklaard.

McNamara zei zich speciaal te richten op Europese landen en Iran, waar in totaal 450.000 Irakezen verblijven die hun land onder het regime van Saddam Hussein zijn ontvlucht. Volgens McNamara staan Europese landen onder grote druk om Iraakse vluchtelingen terug te sturen en zien de autoriteiten in Iran de Iraakse vluchtelingen ook het liefst zo snel mogelijk gaan.

„Wij zeggen: „Heb geduld, doe rustig aan. Het is nog te vroeg om haast te maken””, zei McNamara na te zijn teruggekeerd van een bezoek van acht dagen aan Irak. Met name de hoofdstad Bagdad en het zuiden van Irak zijn volgens hem nog onveilig.

Vorige maand zeiden Europese landen dat ze voorbereidingen troffen om een groot deel van de 255.000 Iraakse vluchtelingen terug te sturen. De UNHCR zette de landen ertoe de terugkeer van de vluchtelingen uit te stellen, maar later deze maand wordt er opnieuw over de repatriëring van de Irakezen gepraat.

„We zijn er helemaal voor dat vluchtelingen teruggaan, maar het wel kunnen. Irak heeft er niets aan als een heleboel mensen te vroeg worden gedumpt”, zei McNamara. Hij waarschuwde voor het risico dat teruggestuurde vluchtelingen omdat de situatie in hun land nog niet veilig is opnieuw de grens oversteken of zich voegen bij de 1 miljoen ontheemden in Irak.

Volgens Human Rights Watch (HRW) hebben Amerikaanse soldaten op 28 en 30 april buitensporig geweld gebruikt toen zij in de onrustige Iraakse stad Fallujah twintig betogers doodschoten en bijna negentig mensen verwondden. De mensenrechtenorganisatie roept de Verenigde Staten ertoe op een onderzoek in te stellen naar de twee incidenten.

Onderzoekers van HRW zeggen geen kogelschade te hebben kunnen ontdekken aan de gebouwen die de Amerikaanse troepen als basis gebruikten, hoewel de Amerikanen zeggen te hebben gereageerd op beschietingen. De gebouwen tegenover de Amerikaanse basis vertoonden daarentegen meer dan honderd kogelgaten. De schade was te groot om van „precisievuur” te kunnen spreken, aldus het rapport. Hoewel niet is uit te sluiten dat er toch op de Amerikanen is geschoten, concludeert HRW hieruit dat de soldaten met buitensporig geweld hebben gereageerd op een eventuele dreiging.

Sinds de schietpartijen van april is Fallujah, een soennitische stad waar veel aanhangers van Saddam Hussein wonen, uitgegroeid tot het symbool van het Iraakse verzet tegen het Amerikaanse bezettingsleger. Bij overvallen in de stad zijn sindsdien vier Amerikanen omgekomen en 21 gewond geraakt.

Na de schietpartijen zijn de soldaten van de 82ste luchtlandingsdivisie vervangen door eenheden van een pantserregiment. Het oorspronkelijke besluit om Fallujah te laten bewaken door de Airborne-soldaten, para-eenheden die recht van het slagveld kwamen, was „vragen om een ramp”, stelt HRW. De troepen hadden geen enkele ervaring met politietaken, hadden geen tolken en beschikten niet over oproerbestrijdingsmiddelen.

Vraaggesprekken met betrokkenen leverden totaal verschillende scenario’s op, stelt HRW. Hoewel het donker was beweerden de soldaten te hebben gezien dat mannen vanachter een taxi en vanaf daken het vuur op hen hadden geopend en dat nog eens vier of vijf mannen zich hadden gemengd onder een menigte betogers en van daaruit geschoten. Daarop hadden zij ongeveer dertig seconden met geweren en mitrailleurs teruggeschoten, beweerden zij. Iraakse betogers zeiden echter dat zij zonder aanleiding waren aangevallen en dat de soldaten tien minuten met automatische wapens waren blijven schieten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer