Binnenland

Ongeval stadion: Loodgieter ziet collega’s bekneld zitten

ENSCHEDE – Loodgieter Tonnie zag hoe bouwvakkers bekneld zaten tussen het puin van het ingestorte stadiondak. Onder hen was zijn directe collega Maurice, die gewond werd afgevoerd.

J. Visscher
7 July 2011 18:02Gewijzigd op 14 November 2020 15:44
Foto ANP
Foto ANP

Een zwarte dag is het voor DIT Bouw en Techniek. Een van de vestigingen ligt op steenworp afstand van het getroffen voetbalstadion van FC Twente. Het bedrijf had donderdag twee loodgieters aan het werk in het stadion.

„Het is verschrikkelijk”, zucht E. Brouwer, regiomanager bij DIT Bouw en Techniek, aan een tafeltje in het bedrijfspand. Een paar honderd meter verder staan groepjes mensen op een veld te kijken naar de ravage van het stadion.

Steve Kuipers, ook werkzaam bij het bedrijf, was donderdagmorgen direct getuige van het instorten van een deel van het stadiondak. „Ik ging een paar minuten voor twaalf op een bankje bij ons bedrijf zitten. Toen de zwartgele hoogwerker van het stadion afdraaide, knalde de boel in elkaar. Ik heb meteen 112 gebeld. Stuur meteen hulpdiensten. Want dit is geen gezonde situatie. Je kunt het niet vatten. Je denkt: Dit kan niet waar zijn.”

De schrik wordt nog groter als het besef doordringt dat ook twee loodgieters van het bedrijf aan de slag zijn in het stadion. „Ze waren bezig op de loopbrug, in de richting van het scorebord”, zegt regiomanager Brouwer.

Hij probeert per telefoon meteen contact op te nemen met beide mannen. Brouwer krijgt een verontrustend bericht. „Ik kreeg op een gegeven moment loodgieter Tonnie aan de lijn. Die zei dat hij zelf niks had. Hij kon net opzij stappen en de trap aflopen. Hij zat als het ware in een knik, op een gunstige positie. Maar hij vertelde ook dat zijn collega Maurice bekneld lag. Tonnie hoorde mensen onder het puin schreeuwen. We hoorden ook dat naast Maurice een bouwvakker bekneld lag die er slecht aan toe was. Die lag heel raar gedraaid.”

Gedurende het halfuur dat Maurice bekneld ligt, heeft het bedrijf telefonisch contact met zijn moeder. Via loodgieter Tonnie, die nog in het stadion is. Hij vertelt wat er gaande is. De communicatie met de moeder was zwaar, zegt Brouwer. „Je wilt geen slecht nieuws brengen, omdat je niet weet wat er precies aan de hand is. Je wilt ook geen valse hoop geven.”

Rond half vijf krijgt het bedrijf Maurice, die inmiddels in het ziekenhuis ligt, aan de telefoon. Brouwer wijst op een kattenbelletje op de tafel, waar de aantekeningen van het telefoongesprek zijn gemaakt. Maurice heeft een gebroken rib, een gebroken staartbotje en een geperforeerde long. Maurice klonk voor de telefoon „uitzonderlijk goed”, vertelt een collega van Brouwer. „Maar dat komt door de morfine. Hij vroeg ook meteen hoe het met de man was die naast hem bekneld lag.”

Brouwer zucht diep. Juist deze dagen heeft hij ook te maken met een ander persoonlijk drama binnen het bedrijf. „Dit komt er nog bovenop. Het is erg.”

Buurtbewoners kijken op het veld nabij het station, dat tegen het voetbalstadion ligt, naar de ravage. Er wordt gesproken over de gevolgen van het ongeval voor de voetballerij. André Kuijt, die vlakbij het stadion woont, schrok wakker rond twaalf uur. Even later zag hij hoe een van de slachtoffers in een bak, die aan een hoogwerker hing, werd gereanimeerd. Kuijt is blij dat het stadion niet vol zat met toeschouwers. „Dan was de ramp nog veel groter geweest.”

Hengeloër D. Greveling, die op enkele kilometers van het stadion woont, sprak mensen die getuige waren van het ongeval. „Ze hebben gegil gehoord. Het is verschrikkelijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer