Voorzittend rechter May probeerde de zaak af te wimpelen door te zeggen dat het slechts om ’opinies’ ging. Reden voor Milosevic om naar nog meer details te zoeken, omdat hij toch aan moest tonen dat het wel om feiten gaat.

Zo vroeg hij Lilic bijvoorbeeld welke woorden hij precies had gebruikt. Volgens Lilic ging dat ongeveer zo: „Die gekke Serviërs in Pale; ik kan niet geloven dat zij zoiets gedaan hebben.”

Ook de overige onderwerpen van het kruisverhoor waren een doorslaand succes voor Milosevic. Op een groot aantal vragen van Milosevic antwoordde Lilic simpelweg met „ja”. Milosevic kreeg zijn rol bevestigd zoals hij die zelf wil zien: Hij was de vredesduif tijdens de onderhandelingen, en dat Groot-Servische plan waar de aanklagers het over hebben, is natuurlijk onzin. Toen Lilic weer eens heel braaf had geantwoord, zei Milosevic zelfs: „Dit is wat ik wilde horen.”