Drie oppositiepartijen, de BDP, CHP en MHP, lieten bij de verkiezingen van 12 juni kandidaten meedoen die in voorarrest zaten. Normaal krijgen parlementsleden immuniteit, maar rechters besloten dat de voorarresten niet beëindigd zullen worden. Een oplossing voor de problemen is er nog niet. Duidelijk is wel dat regeringspartij AKP de macht heeft om de angel uit het conflict te halen, bijvoorbeeld door snel wetten aan te passen.

President Abdullah Gül heeft alle partijen inmiddels opgeroepen dinsdag naar het parlement te komen, maar zonder veel succes.

Grootste probleem zijn zes parlementariërs van de pro-Koerdische partij BDP. Vijf van hen zitten al lange tijd in voorarrest wegens banden met de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. De zesde, Hatip Dicle, is veroordeeld wegens propaganda voor de PKK. Dat zijn ‘aan terrorisme gerelateerde misdaden’, waarvoor de immuniteitsregeling niet geldt.

De BDP legt de kwestie voor aan het Hooggerechtshof. Er is echter een kans dat een AKP-kandidate, die tweede werd in de bewuste regio, Dicle’s plaats in het parlement inneemt, wat de spanningen zou doen oplopen.

De drie gekozenen van CHP en MHP zitten vast omdat ze verdachten zijn in de Ergenekon-zaak, een vermeend coup-complot. Ook in hun zaken werd besloten tegen vrijlating. De CHP dreigt de installatie te boycotten, de MHP zal de ceremonie gewoon bijwonen.

Detail: in 2002 kon premier Recep Tayyip ErdoD$an niet in het parlement worden beëdigd wegens een eerdere veroordeling, en werd een procedure gevolgd om hem later alsnog zijn zetel te kunnen laten innemen. Of die procedure nu ook voor het meest omstreden parlementslid, Dicle, wordt ingezet, is vooralsnog onduidelijk.