Volgens Rutte is deze dag inmiddels een landelijk evenement geworden dat wordt gevierd in alle provincies en in honderden gemeenten. „Veteranen staan midden in de samenleving, zichtbaarder dan ooit”, zei de minister-president.

En dat is terecht, stelde hij, want „té lang hebben we met elkaar net gedaan alsof een militaire uitzending gewoon een baan is als alle andere. Maar dat is natuurlijk niet zo.” Rutte wees onder meer op de risico’s en de dreiging en de dagelijkse onzekerheid voor het thuisfront van een uitgezonden militair.

De premier zei dat hij onder de indruk is van de saamhorigheid, de professionaliteit en de hoge kwaliteit van de strijdkrachten. Hij merkte dat vooral toen hij enkele jaren geleden als Tweede Kamerlid op bezoek was bij de manschappen in het Afghaanse Uruzgan. „De Nederlandse militair behoort internationaal gezien tot de top. En daar mogen we trots op zijn.”

Ook zei Rutte dat hij ervan doordrongen is dat je veteraan bent voor het leven. „Als je zo’n intense ervaring hebt doorgemaakt, laat dat je nooit meer los.”

De meeste activiteiten vonden plaats in Den Haag. Op het Malieveld was zoals gebruikelijk een manifestatie. Volgens de organisatie waren er zo’n 70.000 bezoekers die optredens konden zien van artiesten als Glennis Grace, Jeroen van der Boom en Wieteke van Dort als Tante Lien.

Als voorproefje op de festiviteiten begonnen vrijdag 200 motorrijders uit alle windstreken aan hun tweedaagse motortocht richting het Malieveld. Zaterdagmiddag nam prins Willem-Alexander het defilé af op de Kneuterdijk.

De ceremoniële vlucht van een groep vliegtuigen, ook wel fly-past genoemd, kon zaterdagmiddag niet doorgaan. De weersomstandigheden waren te slecht. Parachutisten konden vrijdag al niet veilig in de Hofvijver landen wegens de harde wind hoog in de lucht.