Joods Werkdorp: museum en herdenkingscentrum ineen
Zakenman Wim van Schaik (86) uit Groenekan heeft zijn oog laten vallen op het Joods Werkdorp in de Wieringermeer om zijn kunstverzameling in onder te brengen. „Naast het museum wil ik een herdenkingscentrum inrichten, als waarschuwing dat je nooit een bevolkingsgroep moet uitsluiten zoals met de Joden is gebeurd.”
De een spaart postzegels, de ander antiek. Wim van Schaik is een verzamelaar van Nederlandse kunst na 1945. Hij heeft werken van Arie Teeuwisse, Armando, Gerrit Benner en vooral van Dirk Breed. „Van Breed heb ik bij elkaar meer dan honderd werken, schilderijen en tekeningen, groot en klein.”
De ex-topman van zuivel- en levensmiddelenconcern Wessanen en Hagemeyer zocht al langere tijd naar een locatie om zijn collectie in onder te brengen. „Ik zocht bij voorkeur naar een aansprekend bestaand gebouw dat een grote uitstraling heeft. Anderhalf jaar geleden wees een kunstenaar me op het Joods Werkdorp. Hij kende het nog van toen het een internationale galerie was. Samen met mijn vrouw ben ik er indertijd heengegaan. Van meet af aan trok het ons aan.”
Het Joods Werkdorp was in het verleden een opleidingscentrum voor jonge Joodse vluchtelingen uit met name Duitsland. Van Schaik: „De vaak hoogopgeleide Joden leerden hier een vak dat ze konden gebruiken als ze zich in Palestina zouden vestigen. Zo werden ze opgeleid tot bouwvakker en ambachtsman, maar ook tot akkerbouwer en melkveehouder.”
Van Schaik zag direct mogelijkheden voor zijn kunstverzameling. „Dat was zo vreemd nog niet, want eerder had er een galerie in gezeten.” Maar hij wilde ook iets doen met het „dramatische” verleden van de locatie. „De Duitsers hebben in 1941 het Joods Werkdorp ontruimd. Van de 291 bewoners die er toen waren, zijn er 187 in concentratiekampen omgekomen. Hun namen staan op een perkamenten rol die in een vitrine in de hal van het gemeenschapshuis ligt.”
Om de herinnering aan de Joden levend te houden, zocht Van Schaik contact met Herinneringscentrum Kamp Westerbork en met de nabestaanden van Jula Reutlinger, een belangrijke figuur in de gemeenschap van het Joods Werkdorp. Reutlinger kreeg in 1939 van de nu beroemde fotograaf Roman Vishniac een groot aantal foto’s cadeau die hij in opdracht had gemaakt van het dagelijks leven in het Joods Werkdorp.
Van Schaik: „In het verleden was er een aantal houten barakken die in een waaier om het hoofdgebouw heen lagen. Het zou mooi zijn als er een aantal van die houten gebouwen wordt herbouwd. In één barak kan dan de geschiedenis van het Joods Werkdorp worden verteld. Dat kan door documenten te tonen over de geschiedenis van het werkdorp en door foto’s te laten zien van Roman Vishniac.”
In een andere barak kan de inpolderingsgeschiedenis van dit stukje Nederland worden belicht, aldus Van Schaik die overloopt van de ideeën. „Vanaf de middeleeuwen tot 1930, toen de Wieringermeer werd drooggelegd, is hier voortdurend ingepolderd. Dat is een heel boeiende geschiedenis.”
Als het aan Van Schaik ligt, gaat het museum volgend jaar open. Dat is een vrij realistische inschatting, nu de provincie Noord-Holland het hoofdgebouw van het Joods Werkdorp een herbestemming wil geven. „De provincie heeft sinds 2010 een actie dat ze elk jaar drie gebouwen die al langer leegstaan maar die van cultuurhistorische betekenis zijn, een herbestemming geeft of moet geven, wil dat gebouw niet vervallen. In 2010 heb ik gevraagd of het Joods Werkdorp voor dit jaar in aanmerking kon komen door het een museale functie te geven. Daarmee zijn ze akkoord gegaan. Ze staan er helemaal achter. Het is ook hun baby geworden.”
Van Schaik ziet de werken van Dirk Breed in gedachten al hangen in het Joods Werkdorp. „Breed komt uit Kolhorn, een vissersdorp dat tegen de Wieringermeer aanligt. Hij is vooral befaamd vanwege zijn schilderijen van het polderlandschap in Noord-Holland. Dat is ook de reden waarom hij onder de bevolking leeft. Zijn doeken zijn voor de mensen uit die streek heel herkenbaar. Daarom passen zijn schilderijen en tekeningen ook perfect in het Joods Werkdorp in de Wieringermeer.”
Het Joods Werkdorp
Het Joods Werkdorp werd in 1934 gebouwd in de net drooggelegde Wieringermeer. Joodse jongeren, vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk, leerden er nabij de woonkern Slootdorp een vak dat bruikbaar zou zijn om als pionier in Palestina te gaan werken.
Met de opleiding binnen het werkdorp hadden de Joden goede emigratiekansen richting Palestina. De mannen, die vaak een hoge opleiding hadden genoten, lieten zich in het Joods Werkdorp onder ander tot landbouwer omscholen. Vrouwen kregen onder meer onderwijs in huishouding.
Het hoofdgebouw, dat de bewoners zelf hebben neergezet, staat er nog altijd. Om het pand stonden in een halve kring de barakken. Het werkdorp kon bijna volledig in zijn eigen behoefte voorzien.
In 1941 werd het kamp door de Duitsers omsingeld, die een aantal bewoners naar Mauthausen wegvoerden. Om te voorkomen dat de NSB bezit van het werkdorp zou nemen als opleidingsinstituut voor NSB-boeren heeft de Directie Wieringermeer de barakken laten afbreken.
Bij een wraakactie van de Duitsers, die aan de verliezende hand waren, werden op 17 april 1945 gaten in de dijk van de Wieringermeer geblazen. De polder kwam in twee dagen onder water te staan. De bevolking kon ternauwernood het oude land bereiken. De gewassen en de bebouwing werden vernietigd.
Het Joods Werkdorp doorstond de ramp echter redelijk goed. Na de oorlog werd het gemeenschapshuis, dat als enige over was, ingericht voor diverse agrarische activiteiten. Tussen circa 1990 en 2006 was er in het gebouw een internationale galerie gevestigd.