„Bijdrage private sector aan Griekenland is symbolisch”
AMSTERDAM – De vrijwillige bijdrage die aan private investeerders wordt gevraagd bij nieuwe steun voor Griekenland is vooral een symbolische geste.
Dat concludeerde econoom Carsten Brzeski van ING maandag. „De lokkertjes die ertegenover staan worden uiteindelijk toch weer gefinancierd door overheden.”
„Wie zal er op dit moment vrijwillig zijn blootstelling aan Griekenland verlengen?” vroeg de eurosdeskundige zich af. „Daar moet toch heel wat tegenover staan, in de vorm van garanties of anderszins. Overheden moeten die ”sweeteners” verzorgen, wat leidt tot hogere lasten voor de publieke sector.”
Een eventuele bijdrage van banken, verzekeraars en pensioenfondsen verandert ook niets aan het onderliggende probleem, denkt Brzeski. „Het wordt nu als een soort wondermiddel gepresenteerd, maar er is veel meer nodig. De Griekse schuldenlast blijft ook met een private bijdrage te hoog.”
Regeringsleiders moeten volgens de econoom uiteindelijk kiezen tussen twee risico’s: doorgaan met geld lenen aan Griekenland, of een deel van de bestaande schuld afschrijven. „Nu blijf je in hetzelfde kringetje ronddraaien, waarbij elke drie maanden moet worden beslist of er opnieuw geld aan Griekenland kan worden geleend. Dat vergroot elke keer de druk op het proces en voedt de onrust in Griekenland. Wil je daaraan ontsnappen, dan moet je de schuld herstructureren.”
Die laatste optie is niet zonder gevaar voor de Europese financiële sector, onderkende Brzeski. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft al gewaarschuwd dat Griekse obligaties bij herstructurering niet langer als onderpand worden geaccepteerd, waardoor Griekse banken afgesneden worden van de financiële markten en ook andere Europese banken in de problemen kunnen komen. „Er is in dit geval niet één economische waarheid; overal kleven gevaren aan. Het is aan de politiek om te beslissen of ze het risico neemt meer geld te lenen aan Griekenland of dat men bereid is de risico’s in de bankensector op te vangen.”
Het Griekse parlement stemt later vandaag over de nieuwe regering die premier George Papandreou heeft samengesteld. De stemming kan verstrekkende gevolgen hebben voor de financiële steun aan het noodlijdende land.
Uit het besluit van het parlement moet blijken of er voldoende steun is voor de forse bezuinigingen die Griekenland moet doorvoeren om aan de eisen van Europa en het Internationaal Monetair Fonds te voldoen. Als die niet worden doorgevoerd, krijgt Griekenland het volgende deel van de beloofde leningen niet, zo besloten de Europese ministers van Financiën afgelopen weekeinde. Dat zou betekenen dat Griekenland volgende maand failliet gaat.
Papandreou stelde vorige week onder meer een nieuwe minister van Financiën aan, om de kans dat zijn plannen worden aangenomen, te vergroten. De voorgestelde bezuinigingen stuiten op veel weerstand in Griekenland, zowel onder de bevolking en de oppositie als in Papandreous eigen regeringspartij.
De olieprijs is gisteren gedaald vanwege zorgen over de Griekse schuldencrisis. De prijs van een vat ruwe Amerikaanse olie daalde met 1,4 procent tot 91,72 dollar. De prijs van een vat Brentolie ging 1,4 procent omlaag tot 111,62 dollar.
In Griekenland dreigt stroomuitval nu werknemers uit protest tegen de privatisering van het elektriciteitsbedrijf DEH het werk voor 48 uur hebben neergelegd. Gisteren waren volgens DEH al negen warmtekrachtcentrales buiten bedrijf.
Een groep bestuursvoorzitters van Franse en Duitse multinationals heeft gisteren in de Franse krant Le Monde opgeroepen tot redding van eurolanden met schuldproblemen. Die landen moeten volgens hen op korte termijn worden gered door de andere lidstaten van de EU. „De terugkeer naar een stabiele financiële situatie zal miljarden euro’s kosten, maar de EU en onze munteenheid zijn het waard.”
Volgens de bestuursvoorzitters is een stabiele euro de basis voor de toekomstige welvaart van Europa. „Een fiasco van de euro zou een fatale klap voor Europa betekenen.”