„Het Turkmeense onderwijs stelt niets voor”
Murat dreunt eerst enkele Engelse zinnetjes op en vertelt dan met trots over de universitaire studie geschiedenis die hij nog in het Sovjettijdperk deed. Over de scholen van tegenwoordig is de Turkmeen een stuk minder enthousiast. Zijn dochtertje zit in groep 6. Zijn oordeel over de kwaliteit van het onderwijs is bondig: „Vreselijk.”
Het onderwijs in Turkmenistan is hard achteruitgegaan sinds het land in 1991 onafhankelijk werd. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat de regering de scholen met opzet steeds minder middelen verschaft, om de bevolking dom te houden en zo de macht van president-voor-het-leven Saparmoerat Nijazov te versterken. Die trend baart diplomaten en waarnemers zorgen. Turkmenistan grenst aan Iran, Afghanistan, Oezbekistan en Kazachstan, een regio waar onderdrukking een voedingsbodem vormt voor radicale groepen. Turkmenistan beschikt bovendien over energiebronnen die van levensbelang zijn voor Rusland en speelt een belangrijke rol bij een door de Amerikanen gesteunde poging om een pijpleiding aan te leggen naar Pakistan, dwars door Afghanistan.
Murat, een profsporter die uit vrees voor vergelding door de regering zijn achternaam liever geheimhoudt, leert zijn dochtertje thuis Russisch en Engels, talen die volgens hem belangrijk zijn om vooruit te komen in de wereld. Intussen moet zijn dochter zich op school voornamelijk bezighouden met het door Nijazov geschreven ”Roechnama”, het ”Boek van de ziel”. Het wordt er gepresenteerd als een heilige tekst die op gelijke hoogte staat met de koran. De kinderen beginnen hun dag met het bestuderen van het boek zelf en ook in de andere lessen spelen Nijazovs overpeinzingen een belangrijke rol.
„Het Turkmeense onderwijs stelt niets voor”, zegt Erika Dailey, leidster van het project voor Turkmenistan van het Open Maatschappij Instituut, een New Yorkse groep die zich inzet voor vrije en open samenlevingen. „Het verergert het isolement dat het land nu al op de knieën dwingt.”
De regering verdedigt haar onderwijsbeleid door te stellen dat het noodzakelijk is om een onafhankelijke Turkmeense identiteit te ontwikkelen na tientallen jaren Sovjetbewind. Net als in andere voormalige Sovjetrepublieken wordt voor het vak Russisch steeds minder tijd uitgetrokken en is het Engels de tweede taal geworden.
Er zijn in Turkmenistan veertien scholen en een universiteit die worden gefinancierd door Turkije en die een goede opleiding bieden, met een computer in elk klaslokaal en lessen natuur- en scheikunde in het Engels. Maar deze scholen, die slechts toegankelijk zijn voor een kleine groep bevoorrechten, zijn niet representatief.
Vorig jaar werd de duur van de schooltijd, lager- en middelbaar onderwijs samen, teruggebracht van tien naar negen jaar. Twee jaar geleden stuurde de overheid 12.000 leerkrachten de laan uit. De Academie voor Wetenschappen werd opgeheven en diverse onderzoeksinstituten werden gesloten. Universiteiten laten per jaar maar zo’n 3000 studenten toe, eentiende van het aantal dat voor de onafhankelijkheid werd toegelaten. Vaak wordt door smeergeld bepaald wie wel en wie niet wordt toegelaten, beweert de Internationale Crisis Groep, een denktank uit Brussel die zich toelegt op onderzoek in onrustige gebieden.
Universitaire opleidingen duren in de praktijk maar twee jaar, omdat de andere helft wordt opgeslorpt door wat omschreven staat als ”praktijk”. Dat komt voor de meeste stagiairs neer op een beetje rondhangen in overheidskantoren waar de ambtenaren niet weten wat ze met hen moeten aanvangen. Ook in het aantal lesuren op de universiteit is flink het mes gezet. Lessen in menswetenschappen die niet direct nut hebben voor de beroepsopleiding, zijn geschrapt. Nijazov heeft ze afgedaan als „abstract en ver van de realiteit verwijderd.”
Turkmeense activisten zeggen dat vooral de lessen Russisch dit schooljaar doelwit waren van de regering. In één stad zijn volgens de burgerrechtenbeweging Basfor maar liefst 36 leraren Russisch ontslagen. In het gebouw van de staatsuniversiteit van Turkmenistan staat de vleugel van de Russische faculteit leeg.
Er is maar één faculteit waar het aantal studenten groeit en dat is het nieuw opgerichte Instituut der Hoeders, waar studenten worden opgeleid om de Roechnama te onderwijzen. Critici laken de ’roechnamisering’ van het onderwijs. Op de staatstelevisie worden regelmatig schoolkinderen getoond die hele passages uit het boek van Nijazov opdreunen.
De gangen van een school in de hoofdstad Asjchabad zijn behangen met foto’s van Nijazov en citaten uit de Roechnama. Maar de lokalen zijn onverwarmd en op de vloer van de stinkende toiletten liggen plassen vuil water. Een aantal kinderen loopt over de speelplaats, op weg naar de gymles: basketbal. Op de vraag wat ze later willen worden, antwoorden de jongens resoluut „dokter” of „advocaat.” In de gymzaal lekt vies regenwater door het dak op de middenstip van het basketbalveld. De gymlerares kijkt somber als haar gevraagd wordt wat ze vindt van de toekomstdromen van de jongens. „Ik mag niet eens met jullie praten”, zegt ze en ze schudt haar hoofd.