„Het is legaal om religieuze zaken in de gaten te houden en het dagelijkse religieuze leven te beschermen”, aldus de woordvoerder. „Deze casus over gedwongen verdwijningen bestaat niet. Voor zover wij weten onderwijst de lokale overheid de medewerkers van het klooster over het juridisch systeem in ons land.” De monniken leren onder meer dat bezoek aan prostituees niet is toegestaan, evenals het nuttigen van alcohol, gokken en het bekijken van porno.

In maart stak een monnik in het klooster zichzelf in brand. Daarna braken ongeregeldheden uit tussen de lokale bevolking en de politie. De onrust hield weken aan. Volgens getuigen en mensenrechtenactivisten worden sindsdien ongeveer 300 mensen vermist. Zij verblijven volgens de activisten in heropvoedingskampen.

De zogeheten werkgroep voor gedwongen of niet-vrijwillige verdwijningen van de Verenigde Naties stelde woensdag vragen over de kwestie aan China. „We moedigen de autoriteiten aan een volledig onderzoek uit te voeren naar de doorlopende praktijk van gedwongen verdwijningen”, aldus een verklaring van de werkgroep, waarin ook wordt gevraagd naar de verblijfplaats van de monniken.

China riep de werkgroep op zonder vooroordelen te werk te gaan. De woordvoerder van het ministerie vroeg de VN om „objectiviteit en eerlijkheid”.

China lijfde Tibet 60 jaar geleden in bij de Volksrepubliek. Klachten over discriminatie en onderdrukking van Tibetanen worden door Peking altijd van de hand gewezen. De communisten stellen dat zij voorspoed brengen, onder meer door Chinees onderwijs en door werkgelegenheidsprojecten.